Mag men bij een appartementsgebouw een luchtdichtheidsmeting op gebouwniveau uitvoeren, of moet er in functie van EPB per appartement een afzonderlijke meting gebeuren? Hoe wordt de waarde voor EPB (v50) berekend? En wat als er verschillende aard van de werken in het project aanwezig zijn?

In functie van EPB moeten we de luchtdichtheid van een appartementsgebouw (inclusief traphal) meten. Op het gelijkvloers bevindt zich een kantoor of horeca-zaak:

 

  1. Volstaat 1 meting op gebouwniveau of moet elk appartement/unit apart gemeten worden?
  2. Hoe wordt de v50 (voor EPB) bepaald?
  3. Wat als er verschillende aard van de werkzaamheden (nieuwbouw, renovatie of ingrijpend energetische renovatie) in het gebouw aanwezig zijn?

1. Volstaat 1 meting op gebouwniveau of moet elk appartement/unit apart gemeten worden?

 

U heeft in gebouwen met meerdere EPB-eenheden steeds de keuze tussen:

 

  • Een luchtdichtheidsmeting per appartement of unit
  • Een luchtdichtheidsmeting per beschermd volume

 

Beide methoden worden aanvaard voor EPB mits gemeten volgens de STS luchtdichtheid en het kwaliteitskader (indien van toepassing).


Meestal kiest men voor een individuele meting per appartement of unit als er in functie van het behalen van de EPB-eisen slechts voor enkele appartementen een meting noodzakelijk is.


Wanneer men kiest voor een luchtdichtheidsmeting op niveau van het beschermd volume (gebouwniveau)  zien we over het algemeen lagere waarden (afhankelijk van de luchtdichtheid van de gemene delen).

De meting op gebouwniveau wordt wel pas aanvaard als tijdens de meting alle deuren van de appartementen en tussenruimtes binnen het beschermd volume geopend  zijn.  Hou hier tijdig rekening mee, dit is bijvoorbeeld niet evident wanneer er appartementen reeds bewoond zijn. Aangrenzende ruimten en appartementen die niet toegankelijk zijn van uit het beschermd volume en dus een afzonderlijke toegang hebben worden niet meegerekend in het beschermd volume.

 

Algemene aandachtspunten:

  • Een ruimte isoleren en/of verwarmen = onderdeel van beschermd volume.
  • Voor EPB moet de proefmethode A gehanteerd worden.
  • De STS P-71-3 op blz. 32 en verder geeft aan wat er moet/mag en niet mag bij een meting volgens proefmethode A.
  • De aanvullende specificaties voor EPB Vlaanderen zijn niet langer van toepassing, alles is in de STS opgenomen.

2.    Hoe wordt de v50 (voor EPB) bepaald?

 

Optie 1: Er wordt een meting per appartement en per eenheid uitgevoerd: de bekomen waarde V50 (m³/h) wordt gedeeld door de verliesoppervlakte van het appartement. Zodoende bekomt men de v50 (m³/h.m²).


Optie 2: Er wordt een meting op gebouwniveau uitgevoerd: de bekomen waard V50 wordt gedeeld door de TOTALE verliesoppervlakte van het gemeten beschermd volume. De bekomen waarde wordt in de EPB-berekeningen identiek toegepast voor alle eenheden binnen het gemeten beschermd volume.

Figuur: uit STS P-71-3 luchtdichtheid van gebouwen

Figuur: uit STS P-71-3 luchtdichtheid van gebouwen; aanduiding in groen = verliesoppervlakte

Om de verliesoppervlakte te berekenen waarbij de v50-waarde bepaald wordt (V50/verliesoppervlakte), tellen enkel mee:

  • Constructies grenzend aan buitenomgeving
  • Constructies grenzend aan grond of (kruip)kelders
  • Constructies grenzend aan AOR

Hierbij kunnen constructies grenzend aan aangrenzende verwarmde ruimtes NOOIT mee in rekening gebracht worden.
Hoe verliesoppervlakte bepaald wordt en wat hierbij in aanmerking komt kan u hier nalezen.

 

Opmerking: Uiteraard is het niet de bedoeling om de V50 die gemeten werd op gebouwniveau te delen door de verliesoppervlakte van elk appartement afonderlijk, zo kan men nooit een correcte waarde bekomen.


Alleen als de V50 gemeten wordt voor een individueel appartement, is het de bedoeling om deze V50 te delen door de verliesoppervlakte van het specifieke appartement.
Extra info vindt u hier

3. Wat als er verschillende aard van de werkzaamheden (nieuwbouw, renovatie of ingrijpend energetische renovatie) in het gebouw aanwezig zijn?

 

Als er meerdere aard van de werken gelden voor verschillende delen in het gebouw, is evengoed 1 meting mogelijk voor alle eenheden in het gebouw. Ook in dat geval dient steeds de gemeten waarde V50 gedeeld te worden door de verliesoppervlakte van het gemeten beschermde volume.