De locatie? Een hellend terrein met een prachtig uitzicht op het achterliggende landschap en de Maasvallei aan de horizon. De droom? Een energiezuinig, ecologisch verantwoord en warm nest creëren waar kleinkinderen in een eigen ruimte kunnen ravotten en overnachten. Een kolfje naar de hand van ontwerpbureau Atelier Kyoto, waar ecologisch bouwen en verbouwen centraal staat. NAV sprak met ir.-arch. Kris Van de Voorde van Atelier Kyoto.

Het is een BEN-woning geworden. Was dit van bij het begin al de bedoeling?

 

ir.-arch. Kris Van de Voorde: “Toen we in 2010 aan het ontwerp begonnen, was er nog geen sprake van het huidige BEN-woning-concept. Energiezuinig bouwen stond van meet af aan wel hoog op de prioriteitenlijst. Niet enkel omwille van de financiële voordelen van een lage-energiewoning met bijhorend laag-energieverbruik, maar vooral uit de persoonlijke motivatie en overtuiging van de bouwheer, een natuurgids, die toen reeds de Vlaamse wegen vergroende met de eerste hybride wagen.”

 

“Als ontwerpbureau hebben wij de ambitie om een steentje bij te dragen aan het beperken van de klimaat-opwarming, of bij het behalen van de Kyoto-normen. Vandaar ook de naam van ons bureau. Uiteraard konden we ons goed terugvinden in de ambities van de bouwheer.”

 

“Door een goede wisselwerking werden de in de beginne vrij vage ideeën van de bouwheer vlot geconcretiseerd.”

 

“Aanvankelijk overwogen we een passiefwoning. Naar aanleiding van de opgedane ervaring uit eerdere passief woonprojecten uit de hand van ons ontwerpbureau, kozen we omwille van comfortbeheersing alsnog voor een zo energiezuinig mogelijke woning. Vandaag valt die eerder toevallig onder de noemer ‘BEN-woning’.”

 

 

Waren er naast het energiezuinige aspect nog specifieke wensen of randvoorwaarden die het project mee gevormd hebben?

 

“Eenmaal de kinderen hun eigen weg insloegen, ontstond bij de bouwheer en zijn vrouw het idee om kleiner te herbouwen. Daarbij moest alles zich op één verdiep bevinden met een bijkomende aparte verdieping voor de kleinkinderen of gasten.”

 

“Om antwoord te bieden aan het prachtige uitzicht op het glooiend Maasbekken hebben we een volledig beglaasde gevel voorzien. De zuidoostelijke oriëntatie ervan geeft de mogelijkheid om (beheersbare) zonnewinsten te boeken. Eventuele oververhitting vermeden we door oversteken in het ontwerp te integreren. Dat maakte bijkomende zonnescreens dan weer overbodig. In samenspraak met de bouwheer hebben we ook zijn kunstwerken  geïntegreerd doorheen het ontwerp.”

Werd er, gezien het aanvankelijk plan om een passiefwoning te concipiëren, vooral ingezet op de gebouwschil of eerder op de technieken?

 

“Een doordachte combinatie van beiden. Een goed geïsoleerde bouwschil is natuurlijk altijd het startpunt. De ambitie was vooral om een zo energiezuinig mogelijke woning te creëren binnen het beschikbare budget. Door de compactheid en de hoge isolatiegraad treden hoe dan ook weinig energieverliezen op en de keuze voor bepaalde technieken zijn hier meer een gevolg van dan dat ze bepalend waren.”

 

“Bij elk project overlopen wij samen met de bouwheer een checklist, waarbij we elke mogelijke keuze bekijken en waarbij we vooral luisteren naar de persoonlijke voorkeur en de input van de bouwheer. Gebouwen dienen niet voor de architecten die ze ontwerpen, maar voor de mensen die ze gebruiken.”

 

“Als ontwerpbureau schuiven we naast het esthetische aspect vooral ook bewuste ecologische keuzes naar voor, in bouwmaterialen met een zo laag mogelijke milieu-impact (bouwmaterialen volgens NIBE-classificatie). Zo is de milieu-impact van  glaswol beduidend kleiner dan die van  PIR en PUR, is silikaatsteen te verkiezen  boven baksteenmetselwerk, rubber beter dan bitumen, enz… En indien concept en project het toelaten raden we houtskeletbouw aan. De meeste bouwheren volgen ons ook in deze keuzes. In dit project hebben we geopteerd voor een ter plaatse getimmerd houtskelet dat afgewerkt werd met een buitenbepleistering, een houten gevelbekleding en een gevelplaatbekleding.”

 

 

Voor welke technieken hebben jullie gekozen?

 

“We hebben bewust gekozen voor éénvoud, zowel wat het globale concept betreft en in de compacte vorm, maar zeker ook in de keuze van technieken. De compacte woning, met een isolatiegraad die sterk aanleunt bij het passiefhuisniveau, behoudt nog een dusdanig minimale resterende energievraag. Daarom drong de vraag zich op of we de energievraag moesten opvangen door dure systemen zoals vloerverwarming en een warmtepomp, wanneer een kleine, spotgoedkope en gezellige gashaard kon volstaan?”

 

“Na een objectieve beoordeling van pro’s en contra’s viel de keuze uiteindelijk op één gashaard in de leefruimte die de volledige woning verwarmt via de kanalen van het ventilatiesysteem D met warmterecuperatie en een extra kanaal naar de badkamer. De sanitairwarmwatervraag vullen we in door een zonneboiler met doorstroom-naverwarming op gas en op het dak liggen PV-panelen.”

 

“Gedurende het gehele ontwerpproces hebben we de keuzes continu afgetoetst op haalbaarheid, kostprijs en het nut ervan. Als ontwerpbureau geeft het een grote voldoening wanneer de klant volledig volgt in het concept waar het bureau voor staat.”

Op welk vlak kan er volgens u ontwerpmatig geanticipeerd worden op het BEN-verhaal?

 

“Het BEN-verhaal is volgens ons de logica zelve. Het is geen verhaal maar gewoon de essentie van sterk doordachte architectuur. We hebben hier compact gebouwd: het ontwerp is bijna een kubus. We hebben ook goed geïsoleerd en hebben in het ontwerp oog gehad voor warmtewinsten (raamvlak zuidoost) met zicht op het landschap. Tegelijk hebben we de warmtewinsten beheersbaar gehouden door structurele beschaduwing te gebruiken (achteruitliggende glaspartij met oversteken) en de specifieke oriëntatie van de verschillende ruimtes. Als je dit allemaal nog eens combineert met een groendak als massabuffer tegen opwarming in de zomer ben je volgens ons automatisch conceptmatig (en intellectueel eerlijk) verantwoorde architectuur aan het bouwen.”

 

 

Hebben jullie tijdens het ontwerp EPB-simulaties uitgevoerd om zo tot betere resultaten te komen?

 

“Als EPB-verslaggever  voeren wij uiteraard regelmatig verschillende EPB-simulaties uit doorheen een ontwerpproces. Voor dit project bleken die simulaties eerder te dienen als aftoetsing van het concept en de ideeën die we wilden integreren. Deze leverden dan ook op wat we er zelf van verwachtten.”

 

“Als EPB-verslaggever ontwikkel je zelf de kennis om goede resultaten te boeken. Je kan veel sneller alle energiekeuzes op een doordachte manier toepassen en beoordelen. Het helpt ook om puur commerciële verkooppraatjes van sommige producenten, leveranciers, aannemers en would-be-specialisten te doorprikken en te onderscheiden van de echte technische kennis.”

Kan u een inschatting maken van de kostenimpact van het BEN-verhaal?

 

“Wij vinden persoonlijk dat men in het ontwerp vooral logisch te werk moet gaan om kosten te kunnen drukken: in een gebouw met een lage energiebehoefte voor zowel verwarming als koeling, kan een spotgoedkoop verwarmingssysteem worden geïntegreerd. Deze woning zou tot op vandaag nog altijd een type-voorbeeld kunnen zijn van hoe je eenvoudig en zonder grote meerkosten het S-peil kan halen.”

 

 

Hoe staat u tegenover het strenger wordend S-peil in 2021?

 

“Op vandaag kunnen wij hier nog weinig mening over vormen. Eerlijkheidshalve moeten we toegeven dat ook wij in andere ontwerpen voor een uitdaging hadden gestaan indien het S-peil reeds in voege was getreden.  Wij hopen vooral dat S28 de mogelijkheid om te experimenteren (op elk gebied) niet teveel fnuikt.”