Energiebewust bouwen

BEN-project: Compacte CLT-woning

14 mei 2019

Vanaf 2021 wordt het bouwen volgens de BEN-principes de standaard voor nieuwbouwwoningen. Niets belemmert evenwel om ook vandaag al BEN te bouwen. Zo denkt ook Sarah D’Hooghe van architectenbureau G2-architecten erover: "Zelfs als een BEN-woning niet prioritair is voor een bouwheer, kan het ‘budget-verhaal op termijn’ hen steeds overtuigen."

Fotograaf: Tom Peeters

In het Antwerpse Zwijndrecht vormt een energiezuinige driegevelwoning het sluitstuk van een jaren 60 verkaveling. Het uitgepuurde gevelconcept met horizontale band in decoratief metselwerk geeft de compacte woning een eigentijds karakter en robuuste schoonheid.


Deze BEN-woning werd opgetrokken volgens het Cross-Laminated-Timber (CLT) bouwsysteem. Kruiselings verlijmde massief houten platen vormen met andere woorden de dragende structuur van zowel de muren, de vloeren als het dak. 
Arch. Sarah D’Hooghe van G2-architecten werpt voor NAV een licht op het ontwerpproces van deze budgetvriendelijke en milieubewuste woning in CLT, en de uitdagingen die de realisatie ervan met zich meebracht.

Fotograaf: Tom Peeters

Werd voorafgaand een energiezuinige woning als ambitieniveau vastgelegd of is dit gegroeid tijdens het ontwerpproces?  


“De energiehuishouding vormde van meet af aan een prioriteit. De opdrachtgevers wensten binnen hun budgettaire mogelijkheden een woning met een minimaal energieverbruik en een lage ecologische voetafdruk te realiseren. De hiermee gepaard gaande lage energiekosten waren een bijkomende drijfveer.


De ruime ervaring die wij ontwikkeld hebben in energiezuinig bouwen sloot perfect aan op deze vraag. Het CLT-bouwsysteem hadden we echter nog niet toegepast.”

 

 

Werd het CLT-bouwsysteem dan toegepast op vraag van de bouwheer?


“Bij aanvang van het project was er nog geen sprake van CLT, dit is gaandeweg gegroeid tijdens het ontwerpproces en werd door ons naar voren geschoven als één van de antwoorden op de vraag naar een ecologisch verantwoorde woning.


Hoewel de bouwheer het systeem nog niet kende en wij er nog niet mee hadden gewerkt, waren we snel overtuigd door de vele voordelen ervan. Zo is de milieu-impact van het systeem beperkt, de snelheid waarmee de woning kon worden opgetrokken groot, en kon het hout als afwerkingsmateriaal mee de uitstraling van het interieur en de woning bepalen.”

Fotograaf: Tom Peeters

Werd er vooral aandacht besteed aan de bouwschil?


“Bij elk project starten we steeds met een goede basis, namelijk een optimale samenstelling van de bouwschil en een correcte uitvoering van de luchtdichtheid. De details worden zorgvuldig uitgetekend en in uitvoeringsfase nauw opgevolgd. Eens we tevreden zijn over het concept van de bouwschil, bekijken we welke technieken de voorkeur wegdragen.


De keuze van de bouwmaterialen vloeide in dit project voort uit de vraag van de bouwheer om zoveel mogelijk te werken met duurzame materialen met een lage milieu-impact. Zo viel de  keuze op hout als dragende structuur voor de muren, de vloer en het hellend dak en op minerale wol en houtwol als isolatiematerialen. De gevelsteen en pannen in gebakken aarde waren een meer pragmatische keuze in functie van onderhoud en duurzaamheid op lang termijn.”

Welke keuzes werden er in dit project gemaakt op vlak van technieken?


“Een ventilatiesysteem D+ vormt samen met een energiezuinige bouwschil steeds de basis in onze projecten. Het budget en de verwachtingen van de klant, maar ook  de geldende EPB-eisen, bepalen de bijkomende technieken. Omwille van de energie efficiëntie en de mogelijkheid tot passieve koeling in de zomer, werd in dit project gekozen voor een geothermische warmtepomp met verticaal captatienet gekoppeld aan vloerverwarming. De door de passieve koeling aan de woning onttrokken warmte wordt opgeslagen in de bodem en genereert een beter rendement in het verwarmingsseizoen. Ook het sanitair warm water wordt door dezelfde warmtepomp aangemaakt. De PV-panelen op het zuidgerichte dakvlak dekken dan weer het jaarlijks energieverbruik van de geothermische warmtepomp.”

 

 

Wat waren de grootste uitdagingen van dit project en hoe zijn jullie hiermee omgegaan?


“De vraag naar een low-impact woning resulteerde naast de specifieke keuze in materialen tevens in een compacte woning, dewelke ons heeft uitgedaagd om op een beperkte oppervlakte een maximaal comfort te creëren. Ook de grote glaspartijen in de voor- en achtergevel zijn hier een direct gevolg van. 


Het realiseren van een maximaal comfort op een minimale oppervlakte zijn absoluut de troeven in dit project. De structurele mogelijkheden die CLT biedt zijn een hulpmiddel om ontwerpmatig oplossingen te bedenken. Een ingenieur met een grote kennis van het materiaal kan de kwaliteiten van CLT maximaal benutten en zo materiaal besparen.

 

De grootste uitdaging bij dit project lag in de minutieuze voorbereiding van de CLT-plannen. Omdat er een groot aantal van de CLT-wanden zichtbaar blijven, moeten alle stopcontacten en leidingen op voorhand exact gekend en op de juiste plaats in gefreesd zijn. Aangezien alle onderdelen geprefabriceerd worden, is een grondige controle op de CLT-uitvoeringsplannen in functie van installaties en binnenafwerking van groot belang.”

Fotograaf: Tom Peeters

Waar zitten in dit project de grootste energieverliezen en -winsten?


“De grootste energieverliezen zitten op het buitenschrijnwerk. Toch werd wat betreft het gelijkvloers gekozen om de glasoppervlaktes niet te verkleinen in de woonruimtes en ruimtes waar door de compacte footprint het meest nood is aan maximaal opengewerkte gevels. Op de verdieping werden dan wel weer kleinere ramen voorzien. Oververhitting wordt vermeden door de beglazing op de zuidwestzijde van zonwerend glas te voorzien. In hoogzomer plaatst de opdrachtgever een mobiele zonwering in de tuin.”


“De grootste winsten in het E-peil zitten in het uitvoeren van een blowerdoortest, de keuze voor een efficiënte D-ventilatie, PV-panelen en een warmtepomp.”

 


Werden er tijdens het ontwerp EPB-simulaties uitgevoerd om zo te komen tot betere E-peilen of andere materiaalkeuzes?


“Er werden EPB-simulaties gemaakt naar impact van de luchtdichtheid, de warmtepomp en PV-panelen. Deze reeds genomen keuzes werden alleen maar bevestigd na precalculatie.”

 

 

Treedt u zelf op als EPB-verslaggever van uw eigen projecten?


“Neen, wij zien hier geen onmiddellijke meerwaarde in. De vlotte communicatie en de goede samenwerking met onze EPB-verslaggever zorgt er net voor dat wij als architectenbureau onze prioriteiten elders kunnen leggen.”

 

 

Sinds 2018 werd het S-peil geïntroduceerd. Is het sindsdien moeilijker om het BEN-label te behalen?


“Voorlopig is het voor ons niet moeilijker om de BEN-standaard te halen. De verhouding gesloten versus open geveldelen proberen we in ieder project zo veel mogelijk in balans te houden. En ook de luchtdichtheid houden we al jaren goed onder controle. Aangezien wij binnen nieuwbouw vooral halfopen woningen of rijwoningen bouwen zal voor ons de impact van de verstrenging naar een S28 vermoedelijk ook niet zo voelbaar zijn. In principe zijn we zelf gewonnen voor het compacter bouwen en vooral meer ‘in de rij’ bouwen. Dit vergt echter wel een grote mindswitch voor veel bouwheren.


Wij verwachten ook geen grotere meerkost naar aanleiding van het S-peil. De nood aan compacter bouwen, brengt een kleiner oppervlak aan bouwschil met zich mee, en ook het kleiner aandeel in glasoppervlak compenseert de meerkost in type beglazing.”

Fotograaf: Tom Peeters