De bewoners van een woning kunnen geluidshinder ondervinden door het aanwezige mechanische ventilatiesysteem. Men kan evenwel bepaalde maatregelen treffen om deze hinder te beperken (zie TV 258). Zo maakt de in dit artikel voorgestelde studie duidelijk dat bepaalde kleine aanpassingen een aanzienlijke invloed kunnen hebben op de akoestische prestaties.

Afbeelding 1: toevoernetwerk: 1-4. goede elementen v/d initiële situatie, 5-7. verbeterpunten

Een veelvoorkomend probleem

 

De afdeling Technisch advies van het WTCB krijgt vaak vragen over het door de mechanische ventilatiesystemen veroorzaakte lawaai in woningen. In bepaalde extreme gevallen kan het zelfs zo storend worden, dat de bewoners het systeem volledig uitzetten, wat de binnenluchtkwaliteit in het gedrang kan brengen.

 

De TV 258 reikt een aantal basisaanbevelingen aan ter beperking van het door de mechanische ventilatiesystemen veroorzaakte lawaai. Deze aanbevelingen bieden op zich evenwel geen garantie op succes, omdat ook andere gebreken (bv. grote drukverliezen of een slechte afstelling) een negatieve invloed kunnen hebben op de uiteindelijke akoestische prestaties.

 

 

Initiële situatie

 

Het WTCB heeft tijdens een van zijn onderzoeken een bestaande installatie in een individuele woning bestudeerd en geoptimaliseerd.

In de initiële situatie, waarbij de installatie zodanig afgesteld was dat ze in staat was om de door de EPB-regelgeving geëiste nominale debieten te leveren, was het geluidsniveau bijzonder storend in de leefruimten (woonkamer en slaapkamers).

Niettemin leek het geïnstalleerde ventilatiesysteem van redelijk goede kwaliteit te zijn en waren bepaalde aanbevelingen uit de TV 258 met betrekking tot de geluidsdemping in aanmerking genomen bij het ontwerp (zie afbeelding 1):

 

  • de ventilatiegroep bevond zich in een aparte technische ruimte (zie punt 1 in afb.1)
  • bepaalde delen van het netwerk waren voorzien van geluidsdempers (zie punt 2 in afb.1)
  • We moeten er echter wel op wijzen dat het deel van het netwerk dat de woonkamer en twee van de slaapkamers bediende, niet uitgerust was met primaire geluidsdempers (*), wat nochtans wel aangeraden wordt in de TV

  • de leidingen waren zo gedimensioneerd dat de luchtsnelheden beperkt werden (zie punt 3 in afb.1)
  • de ventilatiegroep was zorgvuldig uitgekozen (zie punt 4 in afb.1).

 

(*) Primaire geluidsdempers laten toe om het in de afvoer- en toevoerkanalen geïnjecteerde ventilatorlawaai te dempen.

 

 

Gerealiseerde optimalisaties en verkregen resultaten

Verder lezen? Klik hier!

 

 

 

 

 

Bronnen
  • WTCB