Bepaalde appartementsgebouwen zijn uitgerust met individuele stookketels die aangesloten zijn op een collectief rookgasafvoerkanaal. Wanneer één of meerdere van deze toestellen vervangen moeten worden, is het niet altijd eenvoudig om een oplossing te vinden die alle mede-eigenaars tevreden stelt. Dit artikel heeft als oogmerk om een antwoord te bieden op bepaalde vragen die opduiken bij dit type interventies.

Kan men in een appartementsgebouw dat uitgerust is met een collectief rookgasafvoerkanaal van het shunttype simpelweg een stookketel van het type B11 of B11BS vervangen door een condensatieketel?

 

Neen, een kanaal van het shunttype is niet geschikt voor condensatieketels.

Dergelijke ketels zouden de trek van het kanaal kunnen wijzigen, kunnen leiden tot een risico op rookterugslag door de trekonderbreker van de andere toestellen, kunnen leiden tot het in veiligheidsstand springen ervan of aan de grondslag kunnen liggen van condensatievorming, waardoor schade aan het kanaal zelf of aan de aangrenzende wanden kan optreden. Een ketel van het type B11 of B11BS kan echter wel vervangen worden door een andere ketel van het type B11BS. In voorkomend geval zullen de aangesloten toestellen wel minder performant zijn op het vlak van energie. Er zijn tegenwoordig oplossingen op de markt die toelaten om toch over te gaan tot de plaatsing van condensatieketels en dit, hetzij door het shuntkanaal te renoveren, hetzij door een nieuw kanaal te plaatsen. Ze kunnen eventueel een individuele en progressieve vervanging van de bestaande toestellen mogelijk maken.

 

Is het volgens de Ecodesignrichtlijn niet verplicht om louter nog condensatieketels te installeren?

 

Neen. Er wordt vaak – ten onrechte – verwezen naar de Ecodesignrichtlijn 2009/125/EG om de verplichte plaatsing van een condensatieketel te rechtvaardigen. In deze richtlijn is er evenwel geen dergelijke verplichting opgenomen. Dit geldt evenmin voor de gewestelijke Energieprestatieregelgevingen voor gebouwen (EPB). De Europese Verordening nr. 813/2013, tot uitvoering van voormelde richtlijn, laat het op de markt brengen van nietcondenserende ketels die specifiek bestemd zijn voor bestaande shuntkanalen toe. Deze ketels moeten een seizoensgebonden energie-efficiëntie van hoger dan of gelijk aan 75 % vertonen (sinds 26 september 2015) en een beperkte stikstofoxide-uitstoot (vanaf 26 september 2018). Bepaalde fabrikanten en invoerders hebben de keuze gemaakt om de productie en de verkoop van stookketels van het type  B11BS, bestemd voor bestaande shuntkanalen, verder te zetten. Andere hebben beslist om dit type activiteiten stop te zetten teneinde zich te concentreren op de condensatietechnologie.

 

Kan men een niet-condenserende ketel die aangesloten is op een collectief kanaal van het CLV-type vervangen door een condensatieketel?

 

Verder lezen? Klik hier!

 

Bronnen
  • WTCB