Ontwerpparameters - Technieken
Thermische geostructuren
ir. G. Van Lysebetten, ir. N. Huybrechts, WTCB • 6 februari 2018
Funderingselementen als thermische bron
Het principe van de thermische geostructuren is vergelijkbaar met dat van de klassieke systemen waarbij U-vormige bodemwarmtewisselaars in 100 à 150 m diepe verticale boringen geïnstalleerd worden (zie TV 259). De diepte waarop de geostructuren zich bevinden, is doorgaans echter beperkt tot maximaal 15 m (in bepaalde gevallen tot meer dan 30 m). De bodemtemperatuur wordt tot op 10 à 15 m diepte beïnvloed door seizoenschommelingen, al vermindert deze invloed sterk vanaf een diepte van ongeveer 6 à 7 m.
Enkele voorbeelden van geostructuren die als thermische bron aangewend kunnen worden, zijn: funderingspalen, micropalen, grondkeringen, funderingsplaten, grondankers en tunnels.

In een wapeningskooi bevestigde warmtewisselaar met voorgevormde U-lus.
Hoewel energiepalen de voorbije jaren in België in verscheidene projecten met succes toegepast werden, bleef een echte doorbraak uit en dit, ondanks het feit dat de thermische capaciteit van de energiepalen in de meeste gevallen volstond om aan de warmtebehoefte en deels aan de koelbehoefte van het bovenliggende gebouw te voldoen. De haalbaarheid van deze techniek verschilt naargelang van het project en is onder meer afhankelijk van de verhouding van de beschikbare paallengte (of muuroppervlakte in het geval van grondkeringen) tot de energiebehoefte van het gebouw.
Het vervolg van het artikel kan u nalezen op www.wtcb.be