Ontwerpparameters - bouwschil

Hoe inwendige condensatie vermijden?

11 oktober 2017

1.  De dampdruk pi aan de binnenzijde verlagen

Inwendige condensatie kunt u vermijden door de dampdruk aan de binnenzijde te verlagen. 


U kunt daartoe de relatieve vochtigheid verlagen, bv. door te ventileren. Maar vooral in bestaande gebouwen is de plaatsing van een ventilatiesysteem niet altijd mogelijk of vergt het een te grote economische of technische inspanning. Zo moet de ventilatielucht opgewarmd worden en kan overmatig ventileren duurder uitvallen dan de verwachte besparing ten gevolge van de binnenisolatie. Bijkomend wordt een te droge binnenlucht door de meeste mensen niet echt als aangenaam ervaren.


2.  De μd aan de warme zijde van de constructie verhogen 

U kunt inwendige condensatie voorkomen door een dampscherm met een correcte μd  te plaatsen. 


Dampschermen hebben een heel hoge μ-waarde (dampdiffusieweerstand) en een geringe dikte. Hun μd is dan ook groot, vergeleken met de μd van de andere wandcomponenten. Met de correcte μd zal de berekende theoretisch dampdruk niet hoger komen dan de verzadigingsdampdruk.


3. De μd aan de koude zijde van de constructie verlagen 

Inwendige construcite kunt u vermijden door de dampdichtheid aan de buitenzijde (koude zijde) van de constructie te verlagen.


Een lagere µd-waarde aan de koude zijde is een techniek die we voor nieuwe wandopbouwen in rekening kunnen brengen, maar bij binnenisolatie kunnen we de µd-waarde van de buitenwand doorgaans niet wijzigen. 


4.  Basisregels versus binnenisolatie: een paradox?

 

Als basisregel voor buitenwanden hanteren we doorgaans: 


aan de koude zijde van de constructie moeten we de meest dampopen en best isolerende lagen plaatsen. Aan de warme zijde horen de meest dampremmende en minst isolerende lagen thuis.


Maar: dit gaat lijnrecht in tegen de toepassing van binnenisolatie. Op deze paradox gaan we in hoofdstuk 5 verder.