Welke gegevens vormen de basis van de Tabula-fiches

Opvatting van de typologieën

 

In deze tool ligt de focus op wooneenheden, eerder dan op het gebouw als geheel. Dit onderscheid is vooral van belang voor appartementen, waarbij we dus focussen op het individuele appartement en niet op het gehele appartementsgebouw.

In totaal zijn 25 woningtypes uitgewerkt. Er werden eerst en vooral 5 bouwperiodes afgebakend (voor 1946; 1946-1970; 1971-1990; 1991-2005; na 2005). En daarnaast werden 5 woningtypes bepaald. Het betreft drie types woningen (vrijstaande woning, halfopen bebouwing en rijwoning) en twee types appartementen (ingesloten appartement en blootgesteld appartement). Een factor met grote invloed op de energieconsumptie van een appartement is de totale oppervlakte van de buitenschil waarlangs het appartement in contact staat met de buitenomgeving. Om die reden maken we in de tool een onderscheid tussen twee uiterste situaties, met name een appartement dat sterk is ingesloten is en daarnaast een appartement dat sterk is blootgesteld. De energieconsumptie voor appartementen die tussen deze twee situatie vallen, ligt dus tussen deze twee extremen in.

Voor deze 25 woningtypes worden telkens twee verbeterscenario's uitgewerkt, met name een 'standaardrenovatie' (tot het niveau EPB 2010) en een meer doorgedreven verbouwing tot 'lage-energierenovatie'. Het scenario van de standaardrenovatie is echter niet van toepassing voor de woningtypes uit de periode na 2005 (types 21 tot 25) omdat de woningen uit die periode al vrij dicht aanleunen bij deze eisen. Daarnaast is het ook nuttig om mee te geven dat voor de appartementen de standaard- en de lage-energierenovatie tot identieke resultaten leidt ongeacht de bouwperiode. Dit komt omdat de geometrie van de appartementen identiek is verondersteld voor alle bouwperiodes.


 

Berekening van het energieverbruik

 

In de woningfiches wordt het energieverbruik voor verwarming en sanitair warm water weergegeven, zoals theoretisch berekend met de Vlaamse EPW-methode. Deze methode vormt de basis van de Vlaamse EPB-software waarmee energiecertificaten voor nieuwbouwwoningen opgesteld worden. In de woningfiches worden de resultaten van deze berekening weergegeven onder vorm van een K-peil, een E-peil (of energieprestatiepeil), en een energievraag per vierkante meter vloeroppervlak per jaar. Voor al deze kentallen geldt dat hoe lager de waarde, des te energiezuiniger de woning is.

De energievraag voor de verwarming en sanitair warm water wordt berekend onder standaardomstandigheden: er worden aannames gedaan over onder meer de buitentemperaturen, de hoeveelheid warm water die afgenomen wordt, de mate waarin de woning geventileerd wordt, de temperatuur waarop de woning verwarmd wordt, enzovoort. Uit onderzoek blijkt dat vooral in oude en weinig energiezuinige woningen het werkelijke verbruik sterk kan afwijken van dit theoretisch berekende verbruik. Om de energiefactuur van dergelijke woningen niet te hoog te laten oplopen, zullen veel bewoners energie trachten te besparen door niet de gehele woning te verwarmen, minder te ventileren, enzovoort. In de berekening van de terugverdientijden hebben we hier rekening mee gehouden. Als we zouden rekenen met de te hoog ingeschatte verbruikscijfers voor de oude woningen, zouden we immers een onrealistisch korte terugverdientijd uitkomen voor energiebesparende maatregelen. Op basis van meetgegevens van meer dan 10000 woningen werd daarom in dit onderzoek het energieverbruik van de niet gerenoveerde woningen gecorrigeerd om beter overeen te stemmen met de werkelijkheid. Bij de woningen van voor 1945 ligt het werkelijke energieverbruik bijvoorbeeld 59% lager dan theoretisch berekend werd. Er wordt aangenomen dat het berekende energieverbruik van een gerenoveerde woning (standaard- of LE-scenario) wel overeenstemt met de werkelijkheid. Door de verminderde energiefactuur en de zuinige verwarmingsinstallaties is het nu bijvoorbeeld wel haalbaar om de ganse woning te verwarmen tot een voldoende hoge comforttemperatuur.

Door deze correctie van de theoretische energieverbruiken zijn de berekende terugverdientijden hoog, en met andere woorden vrij negatief, in vergelijking met vele andere studies. Dit betekent geenszins dat de energetische renovatiemaatregelen minder nuttig zijn. Na de renovatiemaatregelen wordt de woning immers veel comfortabeler. Verder is er uiteraard ook de meerwaarde die de gerenoveerde woning zou opbrengen bij verkoop of verhuur.


 

Financiële beoordeling

 

Volgende energieprijzen worden gehanteerd in de berekening van energiekosten en van de terugverdientijden:
Stookolie: 0.08 Euro/kWh
Gas: 0.06 Euro/kWh
Elektriciteit: 0.18 Euro/kWh

De energieprijzen voor gas en elektriciteit zijn gebaseerd op het eenheidsprijzen voor december 2010 gecommuniceerd door de Vlaamse Energieregulator VREG. Deze prijzen zijn een gemiddelde voor verschillende energieleveranciers en zijn van toepassing op huishoudens met een gemiddelde energieconsumptie in Vlaanderen. De olieprijs is gebaseerd op de eenheidsprijs gepubliceerd op Europe's Energy Portal eveneens voor december 2010 voor België. De verwachte toekomstige stijging van energieprijzen wordt in de berekeningen niet in rekening gebracht.

De investeringskosten voor de verschillende energiebesparende maatregelen zijn berekend volgens prijzen voor werkzaamheden in de bouw voor 2010. De ingeschatte investeringskosten zijn inclusief materiaal- en plaatsingskost en exclusief BTW. De investeringskost geeft de kostprijs van de energiebesparende maatregelen inclusief noodzakelijke afbraakwerken en extra uit te voeren werken die rechtstreeks verband houden met de energiebesparingsmaatregel (bv. voorzien van bijkomende kepers voor extra dakisolatie). De investeringskost omvat echter niet de onrechtstreekse extra kosten (bv. plaatsen van een nieuwe vloerafwerking na het voorzien van vloerisolatie). We gaan er met andere woorden van uit dat energiebesparende maatregelen worden gecombineerd met, of enkel worden uitgevoerd indien ook overige renovatiewerken nodig zijn om de algemene staat van de woning te verbeteren. Ook subsidies en belastingvoordelen worden niet in rekening gebracht bij de financiële beoordeling omdat deze voordelen vaak contextafhankelijk zijn (bv. ligging van de woning, staat van de woning, inkomen van de woningeigenaar,…). De berekende terugverdientijden houden tot slot ook geen rekening met rente op leningen en verloren interest door het aanwenden van spaartegoeden voor de investeringen.

 

 

Bouwschil

Aanbrengen bijkomende dakisolatie tot U-waarde 0,3 W/m²K

€ 22 / m²

 

Aanbrengen bijkomende gevelisolatie tot U-waarde 0,4 W/m²K

€ 22 / m²

 

Aanbrengen bijkomende vloerisolatie tot U-waarde 0,4 W/m²K

€ 22 / m²

 

Vervanging van ramen en deuren inclusief de beglazing - U-waarde 2 W/m²K

€ 450 / m²

 

Vervaning van beglazing exclusief raamkaders - Ug-waarde 1,1 W/m²K

€ 200 / m²

 

Aanbrengen bijkomende dakisolatie tot U-waarde 0,15 W/m²K

€ 30 / m²

 

Aanbrengen bijkomende gevelisolatie tot U-waarde 0,25 W/m²K

€ 30 / m²

 

Aanbrengen bijkomende vloerisolatie tot U-waarde 0,25 W/m²K

€ 30 / m²

 

Vervanging van ramen en deuren inclusief de beglazing - U-waarde 1,6 W/m²K

€ 650 / m²

  

 

Verwarming en warm waterproductie

Installatie van condenserende combiketel (verwarming en warm water)

€ 3500 / st

 

Aanpassingen aan verwarmingsregeling in functie van de condenserende ketel

€ 10 / m²

 

Installatie van leidingen en radiatoren in geval nog geen CV in de woning aanwezig

€ 40 / m²

 

Installatie van zonneboiler en zonthermische panelen 5m², inclusief alle toebehoren

€ 5500 / st

  

 

Ventilatie

Installatie van mechanische afvoerventilatie - type C

€ 2500 / st

 

Installatie van balansventilatie (aan- en afvoerventilatie) met waterterugwinning met rendement 80%, inclusief alle toebehoren

€ 4500 / st


 

Toelichting bij de tool

 

De standaard woningfiche telt drie pagina's. Op de eerste pagina worden de algemene kenmerken en de huidige situatie van de woning toegelicht. Op de tweede pagina komen de energiebesparende maatregelen voor de twee renovatiescenario's, met name de standaardrenovatie (cf. EPB 2010) en de lage energierenovatie (LE), aan bod. Op de derde pagina worden de energieprestatie en de financiële beoordeling toegelicht. De verklarende woordenlijst en de lijst van afkortingen geven inzicht in de gebruikte terminologie en afkortingen.