Helpdesk & FAQ

Wat als de bouwheer weigert om een veiligheidscoördinator of EPB verslaggever aan te stellen

Meer en meer weigeren bouwheren bij kleinere werken een veiligheidscoördinator of EPB-verslaggever aan te stellen. Is een aangetekend schrijven voldoende als architect of moet ik mijn opdracht staken?


Een dergelijk schrijven is alleszins nodig om te voldoen aan de bijstands-, raadgevings- en waarschuwingsplicht van de architect naar de bouwheer toe. De architect moet de bouwheer van deze onregelmatigheden in kennis stellen. Een aangetekend schrijven van de architect gericht aan de bouwheer waarbij de architect stelt dat niet aan alle wettelijke verplichtingen is voldaan en de architect meldt dat hij hiervoor geen verantwoordelijkheid zal nemen, is weliswaar noodzakelijk, maar niet voldoende.

 

Het is vooreerst van belang na te gaan op wie de wettelijke verplichting rust om de veiligheidscoördinator aan te stellen. In de woningbouw is het meestal de architect zelf die moet instaan voor de aanstelling van de veiligheidscoördinator. In dergelijke gevallen zal het de architect zelf zijn die er voor moet zorgen dat de wettelijke verplichtingen voortvloeiende uit het K.B. van 25 januari 2001 nageleefd worden. In deze situaties zal de architect dan ook zelf de nodige initiatieven moeten nemen opdat voldaan wordt aan de wettelijke verplichtingen.

 

Maar ook in de situaties waar niet de architect, maar wel de opdrachtgever de wettelijke verplichting heeft om de coördinator aan te stellen, volstaat een aangetekend schrijven van de architect gericht aan de bouwheer niet.

 

Zolang de aanstelling van de coördinator (zowel ontwerp als verwezenlijking) niet is gebeurd, mag de uitwerking van het project niet worden aangevat of verdergezet door de “bouwdirectie” (zie art. 4 ter,6, 4 undecies en 15, 16, § 2 van het K.B. van 25 januari 2001). Ook indien de architect niet de “bouwdirectie” zou zijn, mag hij geen medewerking verlenen aan de uitvoering van de werken (of verderzetting indien slechts in de loop van de werken aan de verplichtingen van het K.B. moet worden voldaan). De bepalingen van de Welzijnswet en haar uitvoeringsbesluiten (zoals het K.B. van 25 januari 2001) worden immers geacht van “openbare orde” te zijn. Overtredingen op de Welzijnswet en ook de uitvoeringsbesluiten kunnen strafrechtelijk gesanctioneerd worden. De architect moet dan ook elke medewerking aan overtredingen van het K.B. inzake tijdelijke of mobiele bouwplaatsen weigeren. Een aangetekend schrijven richten aan de bouwheer kan dan ook niet volstaan.

 

Ook indien de bouwheer zou weigeren een verslaggever aan te stellen, zal een aangetekend schrijven niet volstaan. Het energieprestatiedecreet van 7 mei 2004 bepaalt immers dat het niet aanstellen van een verslaggever gesanctioneerd kan worden met geldboetes. Een met de regelgeving geldend voor de veiligheidscoördinator gelijklopende argumentatie zou kunnen gevolgd worden. Een voorzichtig architect moet zijn medewerking in deze omstandigheden weigeren.

 

Bovendien zal de architect zich ook blootstellen aan deontologische vervolging indien hij zou verder werken zonder er eerst voor te zorgen dat aan alle regels is voldaan. Art. 17 van het Reglement van beroepsplichten bevestigt uitdrukkelijk dat de architect moet waken over de naleving van de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op de hem toevertrouwde opdracht. De architect moet zijn medewerking dan ook opschorten totdat aan de verplichtingen voldaan is.

 

Indien de bouwheer echter zou weigeren te conformeren, zit er voor de architect niets anders op dan zijn overeenkomst met de bouwheer te (laten) ontbinden lastens de bouwheer.

 

Meester Pieter Truyen - GSJ Advocaten


17 augustus 2017



 

faq