Ontwerpparameters - Technieken
De inbouw van het buitenschrijnwerk bij grote spouwdiktes, enkele praktische tips
20 maart 2017
Energiezuinig ontwerpen
Bouwen is vandaag meer dan ooit een proces in ontwikkeling, een proces waar project na project details bijgestuurd worden om in te spelen op de huidige tendensen. Één van deze tendensen is zeer duidelijk: in Belgie zijn er vandaag meer dan 600 gecertificeerde passiefhuizen, de consument wordt meer en meer bewust, de energienormen worden strenger, bouwprojecten worden steeds energiezuiniger ontworpen.

Het buitenschrijnwerk
De inbouw van het buitenschrijnwerk is een bouwknoop die in heel deze evolutie de nodige aandacht vraagt. In dit artikel belichten we enkele facetten van deze bouwknoop: wat is de invloed van grotere spouwdiktes op dit detail? Hoe kan dit detail efficiënt inspelen op de luchtdichtheid? Dit zijn 2 belangrijke vragen die meer en meer hun ingang vinden in de honderden verschillende details die architecten in hun databanken van deze bouwknoop hebben staan. Honderden verschillende details die ontstaan zijn in functie van architecturale keuzes, esthetische keuzes, standaardelementen van leveranciers,…. Al deze details evolueren nu project na project naar grotere isolatiediktes, al deze details evolueren project na project naar een efficiëntere luchtdichtheid. Gezien de diversiteit aan architecturale en esthetische keuzes en de diverse uitvoeringsmogelijkheden om tot de gewenste isolatie en de gewenste luchtdichtheid te komen is het onmogelijk 2 “standaarddetails” mee te geven. We kunnen enkel een aantal principes en valkuilen die we hebben ervaren aanreiken om zo een voeding te geven aan alle details die in evolutie zijn.
Valkuilen zijn het gemakkelijkst om aan te reiken.
Buitenschrijnwerk tot vandaag heeft vaak een inbouwdiepte van 58 à 70mm. Met metalen doken kan nog een afstand van enkele centimeters worden overbrugd tot aan de snelbouwsteen. Zo merken we dat voor isolatiediktes tot 8 à 9 cm de huidige plaatsingsdetails vaak voldoende zekerheid zullen bieden.
Buitenschrijnwerk en spouw evolueren nu mee met de tendens om beter te isoleren. Om aangepast buitenschrijnwerk te kunnen maken schaffen schrijnwerkerijen frezensets tot 98mm aan, in opleiding (scholen “hout”) is 98mm zelfs een standaard aan het worden. De spouwisolatie evolueert naar diktes van 12 à 20 cm. Doordat de spouwdikte steeds sneller toeneemt zullen de doken de krachten van het steeds zwaardere buitenschrijnwerk niet meer voldoende kunnen opvangen.
De krachten in deze bouwknoop evolueren namelijk op verschillende vlakken:
Een eerste voorbeeld is de voordeur.
Wanneer een voordeur op een kier staat oefent het deurblad grote krachten uit op de vaste stijl aan de scharnierzijde. Indien de verankering niet voldoende solide is zal de stijl in de spouw worden geduwd, waardoor de deur gaat slepen. Voor deze valkuil zijn meerdere oplossingen. De toepassing van een luchtdichte onderdorpel is hiervoor een zeer goede oplossing. De deur sluit daarmee perfect luchtdicht af en de vaste kader vormt hiermee terug één geheel: beide verticale stijlen gaan samenwerken, er is minder kans op dit fenomeen. Een tweede optie is met hoekijzers een verbinding te maken tussen snelbouw en deurstijl, een derde optie is een retour te nemen in je gevelmetselwerk zodat het schrijnwerk terug dichter naar de draagmuur komt, een vierde optie is de verticale stijl te verankeren op de dorpel mits de dorpel zelf goed vast staat, …
Een correcte ondersteuning van deze grotere gewichten is een tweede aandachtspunt.
Ook hier zijn verschillende situaties en verschillende details mogelijk. Bijvoorbeeld een gevel waar na buitenschrijnwerk 25cm isolatie met gevelpleister wordt aangebracht. In de detaillering van volgend voorbeeld (afbeelding 1) is voorzien dat de ramen in de helft van de isolatie worden geplaatst, zo kan de isolatie ook mooi 80mm dik voor het raam lopen (PVC ramen van 88mm dik). Binnenzijde raam zweeft dus 80mm buiten de dragende muur… om deze krachten op te vangen is geopteerd de multiplex kader op stevige metalen hoekijzers te laten rusten. De bovenzijde van de hoekijzer is vastgezet in een houten regel die van bovenuit in de snelbouw is verankerd. Zo zijn ook de momenten ten gevolge van de verticale last opgevangen.

Volgend voorbeeld is het opvangen van de krachten bij spouwisolatie en gevelsteen.
Ook hier kan na het optrekken van de ruwbouw eerst een multiplex kader worden geplaatst dat met hoekijzers zijn krachten zeer efficiënt naar de draagmuur kan overzetten. Zo kan de multiplex op een heel stabiele wijze de krachten van het buitenschrijnwerk naar draagmuur overbrengen. Het raam sluit nog wel waterdicht aan op de arduin raamdorpel (met een voegvulling ertussen, bijvoorbeeld silicone of EPDMstrip), maar de krachten worden ten volle opgevangen door de multiplex.
TIP: door toepassing van een folie in de raamopeningen kan de bouw droog worden gehouden. De horizontale overlap in de folie laat ventilatie toe (uitdrogen bouwvocht), doch laat geen regenwater meer in de bouw. (afbeelding 2)
Bij houtskeletbouw kan dit detail anders.
Indien bij houtskelet het grootste deel van de isolatie in het houtskelet wordt voorzien dan kan het raam “rechtstreeks” in het houtskelet worden bevestigd: bij plaatsing met doken of multiplexkader is de “vrije” afstand tussen raam en bevestigingsschroef ook dermate klein dat er naar krachten toe geen verschil is met een klassieke plaatsing (afbeelding 3). Met afstandschroeven kan dat echt rechtstreeks (afbeelding 4),


Verdere aandachtspunten aan de hand van een voorbeelddetail (afbeelding 5):
Wat met de luchtdichtheid?
De luchtdichtheid volgt een ononderbroken lijn van luchtdichte materialen. Aan het raam is een luchtdichtingsfolie gekleefd, deze is getaped op luchtdichte multiplex. Naar binnen toe is op de multiplex een overpleisterbare tape gekleefd, het pleisterwerk hecht luchtdicht op de overpleisterbare tape. Aandacht: de kop van de multiplex is bedekt met de overpleisterbare folie om rechtstreeks contact tussen multiplex en het verse pleisterwerk te vermijden. Indien pleister rechtstreeks op de multiplex komt zou deze kunnen zwellen, met barsten in het plakwerk tot gevolg. Dit kan ook worden vermeden door de multiplex 3 à 4cm korter te nemen.
De laatste jaren is ook dit detail geëvolueerd, zie foto "volvlaks klevende luchtdichtheid". Alsmaar vaker wordt gekozen voor een volvlaks zelfklevende overpleisterbare luchtdichtheidstape. Deze wordt voor de plaatsing tegen het raam gekleefd (zoals de roze folie) en tijdens de plakwerken op de isolatie of gyplat gekleefd, waarna de eindlaag van het pleisterwerk op de tape wordt aangebracht. Zo is er een rechtstreekse luchtdichte overgang van plakwerk over de tape naar het raam. De roze folie van multiplex naar plakwerk wordt zo overbodig.

En wat met de isolatie?
De isolatie volgt een ononderbroken lijn van raam naar spouwisolatie. De holte tussen het raam en de spouwisolatie is volledig gevuld: dit kan met zachte isolatie (type glaswol, vlaswol,…) of met geschuimde isolatie. In dit detail is de multiplex aan de muur bevestigd, zodat men tussen multiplex en raam gemakkelijk toegang heeft tot deze te vullen ruimte. Indien de multiplex tegen het raam is vastgemaakt is de te vullen ruimte tot 35cm diep, dit maakt een goede controle op volledige vulling moeilijker. Aandacht: om waterinfiltratie te vermijden is het aangewezen een waterkerende folie te plaatsen tegen de gevelsteen (zie grijze folie op het detail). Zo kan de regendoorslag die door de gevelsteen gaat niet in deze isolatie trekken.

En het pleisterwerk?
De pleisterwerken zorgen voor de binnenafwerking. In dit detail levert het pleisterwerk van de dagkanten geen bijdrage aan de luchtdichtheid, dit detail kan ook perfect worden afgewerkt met uitbekleding in plaats van pleisterwerk. Om de dagkanten te kunnen bepleisteren werd een gipsplaat aangebracht tegen de multiplex. Gezien we steeds een speling van 3 à 4cm laten tussen raam en multiplex (zo kunnen we gemakkelijk isoleren tussen raam en spouwisolatie) kunnen we kiezen voor een gipsplaat op isolatie, of voor 3 à 4cm overpleisterbare isolatie. Deze isolatie wordt met schroeven of lijmkit vastgemaakt aan de multiplex. Aandacht: het vastschroeven van de gipsplaat op de multiplex dient te gebeuren in een zone waar geen luchtdichtingsfolie aanwezig is. Dit om doorboringen in de luchtdichtheid te vermijden.
Een naslagwerk dat reeds heel wat voorkennis en voorbeelden kan aanreiken is een vierdelige set aanbevelingen, richtlijnen en bouwdetails van Stad Gent met bijhorende bestekteksten voor laag-energiewoningen en passiefhuizen. Zie htt://www.bouwdetails.be/
De uitdaging is nu de principes en denkpatronen van deze bouwdetails te laten samenvloeien met de details die U had voorzien voor uw project.
architect Christophe Debrabander, adviseur energieconsulentenproject NAV
(update 20/3/2017)
Laatste update: 20-03-2017