Bouwstrategiën

Wanneer spreken we van duurzaam bouwen?

Angeliques Verspeurt • 18 augustus 2017

Duurzaam bouwen maakt deel uit van duurzame ontwikkeling. Deze ruim aanvaarde visie op hoe we verantwoord met onze wereld kunnen omgaan stelt dat we moeten voorzien in onze huidige behoeften zonder een claim te leggen op de mogelijkheid voor de komende generaties om later hetzelfde te kunnen doen.

Binnen duurzame ontwikkeling spelen (ver)bouwen en het gebruik van de gebouwen een essentiële rol. Ze nemen immers vrije ruimte in, verbruiken grondstoffen, water en energie, en veroorzaken afval, CO2 en andere emissies.

Duurzaam bouwen omvat meer dan deelaspecten zoals energie, water of materiaalgebruik. Het vormt een 360° benadering van het bouwproces. Daarbij komt alles in beeld:

  • de ruimtelijke planning,
  • de voorbereiding,
  • het eigenlijke bouwen,
  • het gebruik van het gebouw,
  • de ontmanteling achteraf.


Samengevat en geschematiseerd heeft duurzaam bouwen in de dagelijkse praktijk betrekking op volgende thema’s: locatie en inplanting, toekomstgericht concept, gebruikscomfort, materialen en uitvoering, technieken en uitrusting.

 

Locatie en inplanting

Verdicht wonen vrijwaart niet alleen de vrije ruimte maar biedt ook tal van andere voordelen. De infrastructuur (wegen, nutsleidingen, straatverlichting) wordt efficiënter gebruikt. Het openbaar vervoer wordt intensiever benut. Er is minder autoverkeer nodig dankzij de aanwezigheid van scholen, winkels, werkgelegenheid, sportfaciliteiten en andere voorzieningen. Inbrekers worden sneller afgeschrikt.

 
Maar verdicht wonen vergt de nodige planologische creativiteit. De ene woning mag geen zon, zicht of licht wegnemen van de andere. Privacy, een eigen buitenruimte en het nodige groen in de onmiddellijke omgeving zijn terechte eisen, zeker in geschakelde of groepswoningen. Dat dit wel degelijk kan, bewijzen diverse concrete projecten.

 

Toekomstgericht concept


Een woning moet voorzien zijn op de toekomst. Dat betekent dat ze energiezuinig is, flexibel en aanpasbaar, en dat het hemelwater niet zomaar wordt afgevoerd naar het rioolnet.

De handleiding om een energiezuinige woning te bekomen, is samen te vatten met de gekende energiedriehoek.

Het concept van de woning heeft vooral een invloed op de reductie van de vraag naar energie (punt 1 van de grafiek). Om de energiebehoefte zo klein mogelijk te houden, nemen ontwerpers volgende elementen in acht.

  • De woning krijgt een optimale oriëntatie zodat de passieve zonnewarmte wordt benut, bv. door ramen op het zuiden.
  • Oververhitting in de zomer wordt tegengegaan, bv. door een dakoversteek of een buitenzonwering.
  • De woning wordt compact gehouden. Dat wil zeggen dat ze een maximum aan volume herbergt binnen een minimum aan buitenschil. Zo blijft de warmteverliesoppervlakte beperkt.
  • Vloeren, wanden, dak en bouwknopen worden afdoende geïsoleerd. Koudebruggen worden vermeden.
  • Een goede luchtdichtheid voorkomt dat de warmte onbelemmerd naar buiten kan ontsnappen en verhoogt het wooncomfort.
  • Het plan van de woning is goed georganiseerd. Bufferzones grenzen de woonruimtes af van de koude zijden. De afstand tussen installaties (bv. boiler) en gebruikspunten wordt zo klein mogelijk gehouden.


Deze basis kan worden aangevuld met het gebruik van hernieuwbare energie en met energiezuinige installaties en toestellen.

Hoe de woning presteert voor de volledige energiedriehoek, wordt uitgedrukt met het E-peil. De norm voor nieuwe woningen in Vlaanderen ligt vandaag op E80. De overheid stimuleert energiezuiniger bouwen via financiële incentives voor bepaalde investeringen, lage-energiewoningen, passiefhuizen en nul-energiewoningen.

 

Flexibel en aanpasbaar


Flexibel en aanpasbaar bouwen maakt dat een woning kan evolueren in de loop van de tijd.

 

  • De indeling kan gemakkelijk worden aangepast, bv. door het gebruik van lichte wanden.
  • Ruimtes kunnen vlot een andere functie krijgen, bv. een wasruimte wordt badkamer of een zolder wordt slaapkamer.
  • De woning kan eenvoudig worden opgedeeld, bv. tot kangoeroewoning.
  • Een uitbreiding valt gemakkelijk en zonder al te dure ingrepen te realiseren.
  • De woning kan worden gebruikt door iemand met een beperkte mobiliteit, bv. dankzij de brede deuren, gemakkelijk bereikbare stopcontacten, de woonmogelijkheid op het gelijkvloers.

 

Hemelwater


Drinkbaar water wordt steeds meer een kostbaar goed op onze planeet. We moeten er voor zorgen dat de bestaande reserves zo goed mogelijk worden aangevuld. De woningbouw kan daartoe een steentje bijdragen door te voorkomen dat hemelwater té snel wordt afgevoerd naar de riolering. Zo kan het infiltreren in het grondwater, wat ook de verdroging van de bodem tegengaat. Meteen worden de overbelasting van het rioleringsnet en daarmee samenhangende problemen van wateroverlast voorkomen.

De mogelijkheden daartoe zijn legio:

  • grastegels of andere bestrating laten een betere infiltratie toe,
  • wadi’s (ondiepe greppels met drainage) hebben hetzelfde effect,
  • een groendak vangt tijdelijk grote hoeveelheden hemelwater op.

 

Gebruikscomfort


Een woning moet comfortabel zijn in gebruik. Dat betekent dat ze toegankelijk is, voldoende licht ontvangt en uitzicht biedt, vrij is van lawaaioverlast, een gezond binnenklimaat heeft en onderhoudsvriendelijk is.

 

Toegankelijkheid


Of een woning vlot toegankelijk is voor iedereen hangt af van diverse zaken, zoals:

  • de verbinding met de openbare weg,
  • de buitenverlichting,
  • niveauverschillen buiten en binnen,
  • de eigenlijke toegang bv. een voldoende brede voordeur,
  • de breedte van de deuren en doorgangen binnen,
  • de circulatie bv. ruimte om te manoeuvreren met een rolstoel,
  • de aanwezigheid en hoogte van drempels,
  • de mogelijkheid om terras en tuin te betreden.

 

Visueel comfort


Een woning moet voldoende daglicht binnen krijgen en een prettig uitzicht bieden. Natuurlijk licht doet de behoefte aan bijkomende kunstverlichting en dus aan energie dalen. Zonweringen of andere systemen om de inval van het daglicht te regelen, verhogen het wooncomfort.

Ook de kunstverlichting moet het gebruikscomfort bevorderen. Voldoende licht op de juiste plek en sfeerverlichting zijn een must. Eén knop om alle verlichting uit te schakelen, is gemakkelijk. Een dergelijke voorziening kan eventueel worden ingebouwd via een domoticasysteem dat ook andere comfortfuncties op zich neemt: lichtscenario’s die aansluiten bij bepaalde activiteiten, temperatuurregeling.

 

Akoestisch comfort


Het concept van de woning en de uitvoering moeten in de mate van het mogelijke overlast tegengaan van geluiden die worden veroorzaakt door de bewoners, door de installaties in de woning of door de omgeving.
Daartoe kunnen onder andere bijdragen:

  • een aangepaste wand- en vloerconstructie,
  • akoestisch schrijnwerk en beglazing,
  • een doordachte plaatsing van de motoren van het ventilatiesysteem en de dampkap,
  • akoestische ventilatieroosters.

 

Binnenklimaat

Onderhoudsvriendelijkheid


Een goedkope woning die na oplevering al meteen veel onderhoud vergt, is natuurlijk allerminst duurzaam en comfortabel. Hetzelfde geldt voor een moeilijk te onderhouden woning. Enkele overwegingen.

  • De onderhoudsvriendelijkheid hangt samen met het concept van de woning. Bepaalde detailleringen kunnen leiden tot snellere schade of vervuiling. Grote glaspartijen met vides vereenvoudigen niet meteen het reinigen van de ramen.
  • Het aspect onderhoud wordt eveneens beïnvloed door de materiaalkeuze en de kwaliteit van de uitvoering.
  • Uiteraard zal ook de omgeving een invloed hebben. Woningen aan zee, langs een drukke weg of in de buurt van industrie vergen aparte aandacht wat bouwdetaillering en materiaalgebruik betreft.
  • As-built documenten kunnen het onderhoud achteraf vergemakkelijken en efficiënter doen verlopen.

 

Materialen en uitvoering


De manier waarop de woning wordt gebouwd en de gebruikte materialen spelen een belangrijke rol voor de duurzaamheid.

 

Materiaalgebruik


Het duurzaamste materiaal is datgene, wat niet wordt gebruikt. Om het materiaalgebruik tot een minimum te beperken, kunnen standaardafmetingen interessant zijn.

Materialen op basis van hernieuwbare grondstoffen verdienen de voorkeur. Deze grondstoffen worden bij voorkeur ontgonnen op een duurzame manier. Dat wordt soms bevestigd door een certificaat. Voor hout zijn er bv. de certificaten PEFC (Programme for the Endorsement of Forest Certification Schemes), FSC (Forest Stewardship Council) en Blaue Engel - Hout. Heel wat fabrikanten gebruiken ook gerecycleerde materialen in hun producten.

Naast de grondstof speelt het productieproces een belangrijke rol. Vergt de productie veel energie? Gaat ze gepaard met veel vervuiling. Komt er veel transport bij kijken?

Voor heel wat materialen zijn al deze facetten vertaald in een levenscyclusanalyse (LCA). Dat is een methode om de impact op het milieu in kaart te brengen van producten, en dat tijdens hun hele levenscyclus. Voor bouwproducten bestrijkt een LCA dus de periode van de grondstofontginning tot de verwerking na de sloop. Er bestaan diverse methoden om een LCA te maken.

Daarnaast bestaan er uiteenlopende milieulabels en –verklaringen voor materialen. Om tot een uniformiteit te komen, zijn die genormaliseerd volgens de reeks ISO 14020. Deze reeks maakt een onderscheid tussen:

  • Type I: labels waarvoor de criteria worden vastgelegd en gecontroleerd door derden. Voorbeelden: Europees Ecolabel, FSC, PEFC, der Blaue Engel, Nordic Swan, NaturePlus, Milieukeur.
  • Type II: verklaringen die uitsluitend en volledig op verantwoordelijkheid van een bedrijf worden gedaan (bv. ‘recycleerbaar’).
  • Type III: verklaringen of informatiefiches, gemaakt op basis van informatie van de producent of verdeler, maar gecontroleerd door een derde.


Opmerking: een materiaal of product moet altijd binnen het volledige bouwconcept worden bekeken. De waarde van labels en verklaringen moet dan ook worden gerelativeerd.

 

Bouwplaats


Afval voorkomen en correct beheren, en de hinder voor omgeving en omwonenden tot een minimum beperken: ook de organisatie en het beheer van de bouwplaats maakt deel uit van duurzaam bouwen.

 

Kwaliteit van uitvoering


De kwaliteit van de uitvoering heeft een impact op uiteenlopende zaken. Het kan de eigenschappen en levensduur van een materiaal beïnvloeden. Zo zal slecht geplaatste isolatie veel van haar werking verliezen. Ook luchtdichting en de plaatsing van een dampscherm vergen de nodige aandacht. Hetzelfde geldt voor de installatie van de technieken. Verder kan een slechte uitvoering leiden tot meer of voortijdige onderhoudswerkzaamheden.

 

Technieken en uitrusting


De juiste technieken en uitrusting vervolledigen een duurzaam concept. De belangrijkste streefdoelen zijn een zuinig verbruik van energie en water.

 

Energie

Water


Drinkwater wordt nog te veel gebruikt voor ‘minderwaardige’ toepassingen, bv. om de tuin te sproeien, het toilet te spoelen of de auto te wassen. Daarvoor volstaat evengoed gerecupereerd hemelwater of gezuiverd afvalwater.

Het daadwerkelijke verbruik aan drinkwater is bovendien flink in te perken door het gebruik van zuinige voorzieningen:

  • spaardouches,
  • een toilet met twee spoelknoppen,
  • bruismondstukken of andere debietbegrenzers op de kranen.