Elektromobiliteit zit in de lift. Fabrikanten van voertuigen zetten sterk in op (deels) elektrische voertuigen. En ook de Vlaamse overheid blijft niet achter: naar aanleiding van de Europese richtlijn werd het actieplan ‘Clean power for transport’ ontwikkeld, met als doel de vermindering van de milieubelasting door voertuigen. Vanuit de EU is er onmiskenbaar een sterke stimulans om elektromobiliteit te ondersteunen. Zo zullen zowel residentiële als niet-residentiële gebouwen, bestaande en nieuwe gebouwen tegen 2025 verplicht worden voorzieningen of laadpunten te verstrekken. Aangezien er vandaag al veel elektrische voertuigen rondrijden, wordt thuis opladen steeds noodzakelijker. Als architect kan u hierop anticiperen en - mits de nodige aandachtspunten - al enkele elementen voor elektromobiliteit integreren in ontwerpfase.

Types voertuigen en CO2


Er rijden nu 2 grote groepen elektrische wagens rond:

  1. Elektrische voertuigen op batterijen: deze hebben een elektromotor met batterijen en hebben een autonomie van gemiddeld 400 km. De oplaadtijd is 4-8u afhankelijk van het type aansluiting (zie verder). Meestal hebben deze een ‘optional range extender’ (een kleine elektrische generator om het rijbereik uit te breiden).
  2. De (plug-in) hybride: deze bevatten een elektromotor met batterijen en een verbrandingsmotor. Er wordt geschakeld tussen beide waardoor een autonomie van gemiddeld 600km mogelijk is. De batterij heeft hierin slechts een aandeel tussen 20 en 50km. De laadtijd ligt tussen 2 en 4u afhankelijk van het type aansluiting.

 

De elektrische wagen blijkt uit verschillende rapporten toch minder CO2 uit te stoten dan een voertuig op benzine. Zelfs als de wagen wordt opgeladen met grijze stroom (=energie die is opgewekt met behulp van fossiele brandstoffen), blijft het aandeel CO2-uitstoot gemiddeld 40% lager. Bij de productie van de batterijen echter, wordt extra CO2 geproduceerd. Hierdoor wordt het kantelpunt bij rijden op grijze stroom pas na 2 tot 3 jaar bereikt. Als er enkel wordt geladen met groene stroom uit hernieuwbare bronnen, ligt het kantelpunt gemiddeld op 1 tot 1,5 jaar. Ongetwijfeld is en blijft dit een theoretische benadering en zijn de cijfers afhankelijk van de context (merk en type voertuig, manier van laden, mix groene stroom/grijze stroom, enz.).

 

 

Hoe wordt een elektrisch voertuig opgeladen?


De overheid voorzag de afgelopen jaren reeds investeringen in volgende ondersteuning van milieuvriendelijkere mobiliteit:

 

  • Waterstoftankstations,
  • CNG tankstations,
  • Oplaadpunten (publiek),
  • Fiscale stimuli voor privé laadpunten

De huidige elektrische voertuigen kunnen geladen worden via:

 

1.    publieke laadpalen (aandeel ongeveer 10%)

Deze laadpunten zijn aangesloten op het openbaar laagspanningsnet en zijn beschikbaar op een publieke of openbare plaats, meestal een publieke parking. Er kan betaald worden via derden, activatie via bankkaart, sms, app, enz. De aansluiting is standaard op 400 V en kan een vermogen van 22 kW aanleveren, wat overeenkomt met een laadtijd van 2u.

2.    laadpunten op het werk (aandeel ongeveer 20%)
Bedrijven voorzien deze laadpalen op het privé of semi-publiek domein. De aansluiting gebeurt op het interne laagspanningsnet. Ofwel gebeurt een doorrekening aan de werknemer, ofwel betalend via derden. In geval van bedrijfswagens kan geopteerd worden om dit gratis te voorzien. De aansluiting gebeurt op 400 V en levert een vermogen tussen 11kW en 22 kW, respectievelijk komt dit overeen met een oplaadtijd van 4u en 2u.

Bron: https://stroohm.be/zakelijke-laadpunten/

3.    Laadpunten in woningen (aandeel ongeveer 70%)
Een oplaadstation thuis wordt aangesloten op de interne laagspannings-installatie van de woning. Dit is mogelijk op 230 V of 400V en levert een vermogen van 3,7kW tot 22kW, met respectievelijk een oplaadtijd tussen 8 à 10u - 2u.


Aangezien de kostprijs van publieke laadpalen hoog ligt, is het vaak interessanter om de wagen thuis te laden.

 

Thuis gebeurt de oplading via:

  • Een thuislaadpunt: Dit thuislaadpunt (of wallbox) bevat standaard de nodige beveiligingen door een afzonderlijk gekeurde binnenleiding. De kabel is identiek als bij publiek laden. Algemeen biedt deze een snelle oplading (> 20km per uur, afhankelijk van het vermogen). Dit wordt aangeraden bij frequente opladingen. Er wordt ook wel gesproken over “Mode 3”-laden.
  • Een stopcontact: de oplading gebeurt aan 10-15km per uur. Belangrijk is de veiligheid van het stopcontact (zeker bij bestaande situaties). De kabel bevat een module (in-cable control box) waar de nodige beveiligingen in zijn verwerkt. Dit is enkel geschikt voor sporadische opladingen, aangezien huishoudelijke stopcontacten niet zijn ontworpen om langduring hoge stroom te leveren op regelmatige basis. Dit wordt ook wel “Mode 2”-laden genoemd.

ABC van de oplaadsnelheid


De laadsnelheid is afhankelijk van verschillende factoren:

Tabel: voorbeeld courante oplaadsnelheden (geen rekening gehouden met verliezen op de omzetting AC/DC, kabel, enz., waardoor de reële oplaadsnelheid ong. 20% lager kan liggen). **gerekend met verbruik van 18kWh/100km.

Enkele belangrijke aandachtspunten:

  • Er komen 2 type netten voor: 3x230V en 3N400V. Sommige auto’s ondervinden problemen met 3x230V. Een oplossing hiervoor is een scheidingstransfo op de binneninstallatie.
  • De oplaadsnelheid is niet lineair: de laatste 20% verloopt langzaam (wegens temperatuurcontrole van de batterij).
  • Ook heeft niet elke auto dezelfde laadsnelheid.

 

 

Voordeel van laden overdag in combinatie met PV


De lage prijzen van PV, oude groenestroomcertificaten en nieuwe premies vanaf 2021 zorgen voor een blijvende groei van PV-panelen in Vlaanderen.  

Bron en meer info: https://www.vreg.be/sites/default/files/uploads/ode.pdf

Het is voordelig (in het kader van de slimme meter zonder terugdraaiende teller) om de wagen op te laden via groene stroom. De batterij van de wagen kan gebruikt worden als ‘buffer’ voor (toenemende) opgewekte vermogens via bijvoorbeeld PV-panelen. Het kan hiermee bijdragen aan een evenwichtsbeheer op het elektriciteitsnet:

  • slimme elektriciteitsnetten (smart grids) in de toekomst
  • beperken van schommelingen in het net
  • lagere investeringen door de netbeheerder noodzakelijk
  • besparing, dus lagere energieprijzen (in theorie)

  • enz.

Bron: https://www.enisa.europa.eu/news/enisa-news/defending-the-smart-grid-2013-how-to-protect-networks-and-devices-from-cyber-attacks

Verplichtingen in de toekomst?


In de Europese richtlijn (Richtlijn 2018/844/EU) worden de lidstaten opgelegd om verplichtingen tot het installeren van elektrische laadpunten en accessoria voor nieuwe en bestaande gebouwen en parkeergebouwen te gaan opleggen. In Vlaanderen zijn hiertoe voorstellen tot een wijziging van het Energiebesluit opgenomen (publicatie voorzien eind 2020-begin 2021). Ook sanctiebepalingen (administratieve geldboetes) zijn in deze wijzigingen opgenomen. De Vlaamse Regering moet echter bepalen welke eisen er zullen worden opgelegd en voor wie.


Kortom: in de toekomst (tegen 2025) zal de verplichting tot het voorzien van laadpunten en wachtbuizen voor toekomstige oplaadpunten een feit worden. Bij nieuwe of verbouwde appartementen met meer dan 10 (binnen- of buiten-)parkeerplaatsen zullen verplicht laadpalen voor elektrische wagens of wachtleidingen moeten voorzien worden. Ook in niet-residentiële gebouwen zal dit worden geïntegreerd in de regelgeving.

Tips en tricks

 

 

  • Ontwerp van het (toekomstig) oplaadpunt:
    • optimalisatie in ontwerpfase: ontwerp van voortuin/oprit/garage, bereikbaarheid stroompunt en afstand, veiligheid, verlichting, enz.
    • binnen of buiten,
    • aan muur of op sokkel,
    • denk aan andere elektrische voertuigen zoals fietsen
    • advies om reeds voldoende wachtbuizen voor latere installatie te voorzien (gelet op de verplichting om voorzieningen te treffen tegen 2025 in bepaalde projecten);

    • overleg met uitvoerder/elektrieker over:

      • nodige aansluitvermogen: hoe groter het aansluitvermogen, hoe duurder de aansluiting,

      • afzonderlijke elektriciteitskring met zekering.

    • uitbreiden of verzwaring van de bestaande installatie is verplicht met een keuring door een erkend organisme en conform het AREI.
    • als de particulier een elektrische wagen in gebruik heeft én geen oprit of garage heeft, én in een straal van 500 meter geen publieke laadpaal heeft, dan kan er gratis een publieke laadpaal aangevraagd worden (meer info)
    • PV-installatie is idealiter te combineren met laadpaal in een woning: de bewoner kan optimaal zijn wagen opladen met groene stroom, en zodoende zijn ‘eigenverbruik’ (waarop de slimme meter de PV-installatie belast) laten stijgen, waardoor de kosten dalen;
    • er is een meldingsplicht voor bestaande en nieuwe laadpalen voor elektrische wagens.
    • voor particulieren is geen premie of subsidie voorzien. Voor bedrijven is de investering in een laadpaal fiscaal aftrekbaar (in 2020 voor 100%). Er is bovendien geen vergunning nodig om di op een parking van een bedrijf te voorzien.
    • (niet limitatief)
Bronnen