Nieuws

Sam Hamels: 'Energiebesparingen betalen zichzelf terug, al geldt dit niet tot in het oneindige'

12 augustus 2019

Wie een citroen uitperst, krijgt eerst veel sap voor een beperkte inspanning, maar moet daarna steeds harder werken om er nog een laatste druppel uit te krijgen. Zo gaat het ook bij het energiezuiniger maken van gebouwen, aldus Sam Hamels van denktank Itinera op Knack.be. We hoeven niet te twijfelen aan het nut van elementaire ingrepen, zoals het isoleren van een dak of het plaatsen van dubbel glas. Die realiseren heel wat energiebesparing voor een beperkte kost. Maar wie de steeds strengere reglementering rond energiezuinigheid wil respecteren moet daar alsmaar zwaardere inspanningen voor doen.

"De slogan 'de goedkoopste energie is de energie die je niet verbruikt' wordt vaak herhaald door voorstanders van alsmaar verregaandere energiebesparing. Maar terwijl het klopt dat sommige energiebesparingen zichzelf terugbetalen, geldt dit niet tot in het oneindige. Om te bepalen hoe ver je hierin gaat, is het belangrijk om opnieuw stil te staan bij de finale doelstelling", klinkt het.

 

"Het klimaat geeft niet om ons energieverbruik, enkel om onze uitstoot. De doelstelling van elk type klimaatbeleid in de gebouwensector moet dan ook het reduceren van die uitstoot zijn, en dat aan een zo laag mogelijke kost. Een lager energieverbruik is dan slechts één kaart die uitgespeeld kan worden. Zolang je energiebron fossiel is, zal je uitstoot dalen naarmate je minder verbruikt. Maar een switch naar hernieuwbare energie verlaagt ook de uitstoot van je gebouw, zelfs als je evenveel energie blijft verbruiken. Het vergroenen van het energieaanbod is dus een minstens even krachtige strategie om de uitstoot te verlagen. De twee opties, besparen op de vraag en vergroening van het aanbod, moeten met elkaar afgewogen worden."

 

"Momenteel overheerst de besparingsoptie in de energiewetgeving voor gebouwen. Dat merk je in de eerste plaats aan de belangrijkste verplichting waaraan voldaan moet worden bij nieuwbouw en renovatie: het behalen van een minimale energiezuinigheidsscore, niet het behalen van een minimale uitstoot."

 

"Ondertussen blijven hernieuwbare verwarmingsalternatieven onderbenut, zoals geothermie, warmtepompen, zonneboilers en groene warmtenetten. Zij bieden nochtans de enige overstap naar echte duurzaamheid, in tegenstelling tot gas en olie."

 

"Daarvoor moeten we op zoek naar het meest kostenefficiënte evenwicht tussen de verschillende opties om het gebouwenpark aan te passen", besluit Hamels. "We weten uit het verleden dat foute beleidskeuzes een enorm kostenplaatje kunnen hebben, denk maar aan de oversubsidiëring van zonnepanelen."