Nieuws

Debat rond ecologische impact bouwsector: “Nood aan duidelijker beleid”

27 februari 2019

Op de openingsdag van Batibouw brachten FISA en architectura.be zes autoriteiten samen voor een debat over de ecologische impact van de bouwsector. Wat opviel: de reeds genomen maatregelen, zoals onder meer de betonstop, woonbonus en LCA-studies van materialen, moeten volgens het panel dringend een concretere invulling krijgen. Een andere opmerkelijke vaststelling was de grote onenigheid rond de stelling dat de protestbeweging van de gele hesjes een indicatie is dat de burger niet financieel wenst bij te dragen aan een beter klimaat.

Het debat werd geleid door Rik Neven, zaakvoerder van Redactiebureau Palindroom en architectura.be. Het evenwichtig samengesteld panel bestond uit Leo Van Broeck, Vlaams Bouwmeester, Marc Dillen, directeur van de Vlaamse Confederatie Bouw, Kristoff De Winne, manager corporate office bij Matexi, Wim Boydens, zaakvoerder boydens engineering, Catherine De Wolf, wetenschapper aan de École Polytechnique Fédérale de Lausanne en Frank Vanhove, managing director Benelux bij Foamglas en voorzitter van de Belgische Bouwmaterialen Producenten (BMP). Omdat ecologische impact zo’n ruim begrip is, werd het debat opgesplitst in drie grote delen: ruimte, energie en materialen. Bij elke thema werden aan de panelleden enkele stellingen voorgelegd en kreeg het publiek de kans om via de smartphone vragen te stellen.
 

 

Naar energiebonus?

 

Wat opviel: de reeds genomen initiatieven werden door de zes specialisten toegejuicht, maar zijn volgens hen niet concreet genoeg omschreven. “Het principe van de betonstop is opgenomen in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, maar de beleidskaders zijn er niet”, zei Leo Van Broeck. Ook bij de woonbonus werden kanttekeningen geplaatst. Zo was er consensus over het feit dat die bonus ook afhankelijk zou moeten worden gemaakt van ligging en energieprestatie. Marc Dillen: “In plaats van de woonbonus hebben we nood aan een energiebonus, waarmee we sloop en nieuwbouw stimuleren eerder dan aankoop.”
"De VVSG wil een Vlaams moratorium op het ontwikkelen van manifest slecht gelegen, niet ontwikkelde woon- en woonreservegebieden. Denk aan projecten die waterziek zijn, excentrisch... Mét betekenisvolle financiële compensatie door Vlaanderen. We vragen Vlaanderen ook de gemeenten te voorzien van budgetneutrale instrumenten waarmee zij effectief lokaal kunnen werken aan verdichting met kwaliteitsvolle leefomgeving", vulde Leo Van Broeck aan.

 

Met het hergebruik van materialen gaat het volgens de panelleden de goede kant op, maar er zou ook naar de gebouwen zelf moeten gekeken worden. “Wij hebben in Vlaanderen de hoogste recyclagegraad wat materialen betreft. Van de 40 miljoen ton afval wordt 90% hergebruikt. Wijzelf hebben ook experts opgeleid die sloopafval nakijken, wat resulteert in een sloopopvolgingsplan dat naar de aannemer gaat”, zei Marc Dillen.
“Maar er zouden ook LCA-studies moeten worden gemaakt van de gebouwen. 80 tot 90% van de CO2-uitstoot zit immers in de gebouwen zelf. Fabrikanten zijn zich daar wel van bewust, maar dat cijfer is nog niet doorgedrongen in de maatschappij”, repliceerde Catherine De Wolf.
 

 

Nieuwe aanbestedingsvorm

 

De panelleden waren het er voorts over eens dat we naar een nieuwe aanbestedingsvorm moeten, waarbij de overheden niet langer focussen op de laagste prijs, maar kwaliteit vooropstellen. “Al is die laagste prijs vaak ook al een indicatie voor de kwaliteitsgraad en zou je dus ook in de huidige aanbestedingsvorm met een beetje gezond verstand al kwalitatievere keuzes kunnen maken. Niemand in deze zaal zou zich willen laten opensnijden door de goedkoopste chirurg, denk ik”, aldus Leo Van Broeck.

Waar de experts het bij de meeste stellingen op nuances en klemtonen na in grote lijnen eens waren, was dat niet het geval wanneer het ging over de protestbeweging van de gele hesjes. Sommigen zien er een indicatie in dat de burger financieel niet wenst bij te dragen aan een beter klimaat, dus ook niet in de bouw. Anderen koppelen de protesten los van wonen en vinden het ook geen representatieve steekproef.
 

 

Ook Franstalig debat

 

“56% van Vlaanderen wordt ingenomen door landbouw, van de 14% verharding wordt maar 4% gevormd door woningen. Het moet dus ook niet allemáál van de bouwsector komen”, benadrukte Marc Dillen nog. 
"Maar er is wel degelijk een impact van het wonen op ons ruimtebeslag, want in die 4% zijn de private tuinen niet meegerekend. Van de 34% ruimtebeslag in Vlaanderen nemen de woningen en tuinen 35% voor hun rekening. Dat betekent dat wonen inderdaad niet als enige verantwoordelijk is voor het ruimtebeslag, maar er wel het grootste deel van uitmaakt", besloot Van Broeck.

 

Aansluitend op het Nederlandstalige debat, mochten enkele Franstalige experts het onder leiding van Philippe Selke, Franstalig hoofdredacteur van architectura.be, nog eens overdoen. Namen plaats aan tafel: Catherine De Wolf, Jean-Christophe Vanderhaeghen, directeur-generaal Confédération Construction Bruxelles, Aubry Lefebvre, gedelegeerd bestuurder Thomas & Piron Bâtiment, Bruno Busch, verantwoordelijke energiebureau Greisch en Alain Wouters, vennoot Art & Build.

Bronnen
  • architectura.be