Voor elke omgevingsvergunningsaanvraag vanaf 1 januari 2019, wordt er een belangrijke wijziging in de EPB-rekenmethode doorgevoerd met betrekking tot de waarde bij ontstentenis voor de hulpenergie van ventilatoren.

Hulpenergie?

 

Met hulpenergie wordt de energie bedoelt die nodig is voor de werking van onderdelen van een installatie, zoals ventilatoren, pompen of elektronica. Gezien de EPB-rekenmethode rekening houdt met het elektriciteitsverbruik van ventilatoren, spreekt het voor zich dat het ingeven van ventilatoren een belangrijke impact heeft op het E-peil.

 

De berekening van het maandelijks elektriciteitsverbruik van hulpenergie van ventilatoren kan op drie manieren:

  • Methode 1: via een vereenvoudigde berekening waarbij rekening wordt gehouden met een  waarde bij ontstentenis voor het elektrisch vermogen van de ventilator.
  • Methode 2: via een gedetailleerde berekening waarbij de rekenwaarde wordt bepaald bij een representatief werkingspunt op basis van het geïnstalleerde elektrisch vermogen.
  • Methode 3: via een gedetailleerde berekening waarbij de rekenwaarde wordt bepaald bij een representatief werkingspunt op basis van het gemeten elektrisch vermogen bij de nominale stand.

 

 

Waarom een wijziging van de waarde bij ontstentenis?

 

Bij een vergunningsaanvraag vóór 2019 merkten we op dat de waarde bij ontstentenis voor het elektrisch vermogen van de ventilator soms een beter resultaat gaf dan wanneer voor een gedetailleerde invoer werd gekozen. Door het verhogen van deze waardes bij ontstentenis ontstaat opnieuw een realistische kans om bij detailinvoer, een lager E-peil te behalen.

voorbeeld keuze voor “gelijkstroomventilator”

De mogelijkheden tot detailinvoer van de ventilator/ventilatiegroep blijven identiek.

Welke impact heeft deze wijziging?

 

Vooral bij projecten (bv. appartementen) waar het aandeel hulpenergie voor bewuste ventilatie groot is, zal deze wijziging een significante impact op het E-peil hebben.   Hoofdzakelijk bij projecten die opnieuw ingediend worden in 2019 en waar oorspronkelijk voor de vereenvoudigde invoer gekozen werd, zal een verschil in E-peil zichtbaar zijn. Uit tests blijkt tot nu toe een stijging van tussen de 2 en 15 E-peil punten.

Hoe ziet de wijziging er uit in de EPB-software?

 

Bij bouwaanvragen tot 1/1/2019 werd de ventilator op niveau van de EPB-eenheid ingevoerd (of via een gedeeld systeem). Bij een BA vanaf 1/1/2019, moet de ventilator of ventilatiegroep op hoger niveau aangemaakt worden onder “Technische installaties”.

We zien nu bij een vereenvoudigde invoer van de ventilator/ventilatiegroep, dat er geen keuze meer is voor het ‘soort voeding ventilatoren’. In plaats daarvan wordt nu standaard de minst gunstige op de markt aangenomen qua vermogen en regeling.

Uiteraard kan ook de gedetailleerde methode op basis van het geïnstalleerd of gemeten elektrisch vermogen toegepast worden. Wanneer de ventilatie-unit getest werd en opgenomen in de EPBD-databank, is het eenvoudig om deze te selecteren in de EPB-software. Uiteraard moeten er mogelijk bijkomende gegevens uit een technische fiche beschikbaar zijn.

Voorbeeld case appartement met ventilatie C-systeem

 

Algemene info over de case: gelijkvloers appartement, S 24, dubbele beglazing en hoogrendements-condenserende ketel met vloerverwarming (vertrekT 35°C), gemeten luchtdichtheid v50 = 5,0 m³/h.m².

 

BA in 2018:

Invoer ventilator volgens vereenvoudigde berekening (waarde bij ontstentenis in 2018 met gelijkstroomventilator):

E-peil = 39.

 

Invoer ventilator volgens vereenvoudigde berekening (detailberekening 2018 op basis van het geïnstalleerd elektrisch vermogen):         

E-peil = 37.

 

BA in 2019:

Invoer ventilator volgens vereenvoudigde berekening (waarde bij ontstentenis in 2019):

E-peil = 46.

 

Invoer ventilator volgens detailberekening op basis van het geïnstalleerd elektrisch vermogen (2019):

E-peil = 37.

Voorbeeld case appartement met ventilatie C-systeem

 

Algemene info over de case: gelijkvloers appartement, S 25, dubbele beglazing en hoogrendements-condenserende ketel met radiatoren (retourT 50°C), gemeten luchtdichtheid v50 = 12 m³/h.m².

 

BA in 2018:

Invoer ventilator volgens vereenvoudigde berekening (waarde bij ontstentenis in 2018 met gelijkstroomventilator):                              

E-peil = 36.

 

Invoer ventilator volgens vereenvoudigde berekening (detailberekening 2018 op basis van het geïnstalleerd elektrisch vermogen):

E-peil = 34.

 

BA in 2019:

 

Invoer ventilator volgens vereenvoudigde berekening (waarde bij ontstentenis in 2019):

E-peil = 47

Invoer ventilator volgens detailberekening op basis van het geïnstalleerd elektrisch vermogen (2019):

E-peil = 37.

Voorbeeld case woning met ventilatie D-systeem

 

BA in 2019:

Algemene info over de case: open bebouwing, S 31, 3-dubbel glas en hoogrendements/condenserende ketel, gemeten luchtdichtheid v50 = 4,5 m³/h.m².

Invoer ventilator volgens vereenvoudigde berekening (waarde bij ontstentenis in 2019):

E-peil = 39

 

Invoer ventilator volgens detailberekening op basis van het geïnstalleerd elektrisch vermogen (2019):

E-peil = 29

Hoe problemen vermijden?

 

De invloed op het E-peil (en een mogelijke boete) is bijzonder groot, neem daarom volgende tips mee bij elke bouwaanvraag vanaf 1 januari 2019:

  • Communiceer tijdig met de nodige partijen (architect, EPB-verslaggever, aannemer ventilatie, ventilatieverslaggever) over het type en maximale vermogen van de ventilatoren betreffende de detailingave. Ook de regeling speelt een belangrijke rol.
  • Zorg dat er in het EPB-aangifte-dossier de nodige technische informatie, attesten, certificaten, foto’s, facturen, vorderingsstaten aanwezig zijn om een detailinvoer te staven en mogelijk te maken.
  • Voorzie bij de meting van de debieten (volgens het kwaliteitskader) eventueel een extra meting van het geïnstalleerd vermogen van de ventilator(en).