Ontwerpparameters - Technieken

Nieuw KB arbeidsplaatsen: stand van zaken omtrent luchtverversing

10 augustus 2017

Op 14 april 2016 werd in het Belgisch Staatsblad de wijziging van het Koninklijk Besluit (van 25 maart 216) gepubliceerd met de aangepaste basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten voldoen. Dit vervangt de algemeen gekende eisen zoals geformuleerd in het ARAB (Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming).

Op 14 april 2016 werd in het Belgisch Staatsblad de wijziging van het Koninklijk Besluit (van 25 maart 216) gepubliceerd met de aangepaste basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten voldoen. Dit vervangt de algemeen gekende eisen zoals geformuleerd in het ARAB (Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming).

 

De belangrijkste wijzigingen omtrent de luchtverversing (mechanische ventilatie en airconditioning) zijn:

  • Werknemers moeten over voldoende verse lucht beschikken, rekening houdend met de werkmethoden en de lichamelijke inspanningen. Hiertoe dient de werkgever ervoor te zorgen dat de CO2-concentratie in de werklokalen lager is dan 800 ppm en in elk geval 1200 ppm niet overschrijdt (absolute waarde in ppm).
  • Indien een airconditioninginstallatie wordt gebruikt dient deze installatie zodanig ingesteld te zijn dat de over een werkdag gemiddelde relatieve luchtvochtigheid, indien technisch haalbaar, tussen 40 en 60 % ligt. Hierop wordt een uitzondering voorzien: de relatieve luchtvochtigheid mag tussen 35 en 70 % liggen indien de werkgever aantoont dat de lucht geen chemische of biologische agentia bevat die een risico kunnen vormen voor de veiligheid en de gezondheid van de aanwezige personen

 

bron: www.werk.belgie.be

 

De werkgever is verantwoordelijk om dit (volledige) KB na te leven in nieuwe en bestaande gebouwen waar mensen tewerkgesteld worden. Het doel van deze eisen is het werkklimaat voor de werknemer sterk te verbeteren.

 

Theorie versus praktijk?

 

Wanneer de eisen omtrent luchtverversing worden omgezet tot een ventilatie-installatie, stellen studiebureau’s en ontwerpers enkele aandachtspunten vast:

 

  • Vertaling van het KB omtrent luchtverversing (max. 1200 ppm CO2 absolute waarde) in debieten ligt veel hoger dan voorheen,
  • Er moet nu voldoende luchtdebiet worden voorzien per aanwezige persoon i.p.v. debiet per werknemer (bv. in een klaslokaal moet debiet worden voorzien voor alle aanwezige personen i.p.v. alleen voor de werknemer of lesgever),
  • Er wordt geen rekening gehouden met de kwaliteit (ppm) van de aanwezige buitenlucht,
  • Stijging van het E-peil (KB strenger dan de EPB-wetgeving),
  • Uitzondering voor ruimtes zonder langdurige bezetting,
  • Enz.

 

Gevolgen zijn duurdere en grotere installaties waarbij bevochtiging veel vaker nodig is. Een ander probleem zijn de bestaande gebouwen, waar het KB ook van kracht is…

Gelukkig voorziet het KB ook de mogelijkheid om naast installatietechnische maatregelen ook organisatorische maatregelen te treffen om aan het KB te voldoen. Er wordt dan vooral gedacht aan het openzetten van ramen, het inlassen van een pauze waarbij het lokaal ontruimd wordt, enz.

 

Toch blijven werkgevers, ontwerpers, bouwheren en studiebureau’s met vragen en problemen zitten.

Daarom hebben verschillende sectororganisaties (waaronder NAV), bouwheren en studiebureau’s de handen in elkaar geslagen om aan een transparante werkwijze te sleutelen.

 

Aanpak korte termijn

 

In overleg met het kabinet van Minister Peeters wordt gewerkt aan een haalbaar voorstel om met deze wetgeving om te gaan bij nieuwbouw en bestaande gebouwen. Dit voorstel zou goedgekeurd en gecommuniceerd moeten zijn tegen eind 2017. We sommen de belangrijkste zaken even op:

 

  • Er wordt gewerkt aan een code van goede praktijk (of praktijkrichtlijn) rond installatietechnische maatregelen om aan het KB te voldoen.
    • Hierin zal vooral de stijging van het CO2-gehalte in werkplaatsen (tot max. 1200 ppm) worden uitgelicht (i.p.v. de absolute waarde van 1200 ppm).
    • Meer duidelijkheid wordt uitgewerkt rond het toepassingsgebied (bezettingen), debieten, mogelijke maatregelen, hoe deze CO2 –gehaltes worden gemeten (meetprotocol), hoe de meetresultaten interpreteren (pieken vs. langere periodes), technische specificaties voor luchtinstallaties, enz.
  • Deze aanpak zou eind 2017 officieel goedgekeurd moeten zijn.

 

Communicatie over een definitieve versie, uitstel en gefaseerde invoering zal gecommuniceerd worden via de FOD financiën en de verschillende betrokken sectororganisaties.

 

Aanpak lange termijn

 

Tegen eind 2017 concrete verduidelijking over de langere termijn-aanpak. Concreet wordt gewerkt aan:

Uitstel voor bestaande en nieuwe gebouwen tot 1 januari 2019 (aanvraag omgevingsvergunning).

Gefaseerde invoering voor bestaande gebouwen (afhankelijk van datum aanvraag vergunning voor of na 1/01/2019)

Formaliseren en communiceren van de nodige overgangsmaatregelen.

Ook dit zou eind 2017 ten laatste gecommuniceerd moeten worden om de verschillende sectoren duidelijkheid te verschaffen.

 

Planning en acties

 

Ondanks de positieve ontwikkeling en de inzet van de betrokken partijen, dringt verder overleg met alle betrokken sectoren en de inspectie Toezicht op het Welzijn op het Werk zich op om één en ander uit te klaren.

Om alle betrokkenen (dus ook Vakbonden, verschillende sectoren, enz.) te informeren en een breed draagvlak te realiseren, wordt op maandag 19 juni 2017 een studiedag gehouden. Het doel van deze studiedag is te informeren, communiceren en discussiëren om de aanpak en praktijkrichtlijn verder op punt te kunnen stellen tegen eind 2017.

 

To be continued…

 

Na de studiedag brengen we een uitgebreid verslag van de toekomstige acties omtrent de implementatie van het nieuw KB arbeidsplaatsen.