EPB-regelgeving

Wat verandert er in 2014?

7 november 2013

Alle gebouwen waarvoor een bouwaanvraag of melding wordt ingediend en die verwarmd of gekoeld worden ten behoeve van mensen moeten sinds 2006 voldoen aan de eisen op vlak van energieprestatie en het binnenklimaat. In 2010 werd de Europese richtlijn goedgekeurd die de lidstaten verplicht om nieuwe gebouwen Bijna Energie Neutraal te gaan bouwen en dit uiterlijk tegen 2021. Om deze doelstellingen te kunnen behalen is een aangepaste en strengere EPB-regelgeving onontbeerlijk.
In dit artikel geven we jullie een beknopte opsomming van de verschillende wijzigingen binnen de EPB-regelgeving die van kracht worden vanaf 1 januari 2014. Naast de aangescherpte EPB-eisen, wordt ook de indeling van de gebouwen vereenvoudigd. Daarnaast lanceert het VEA een nieuwe software en gebeurden er enkele aanpassingen aan de rekenmethode.

EPB-eisen

 

Het E-peil

In functie van de bestemming van het gebouw en de aard van het werk worden de EPB-eisen in 2014 opnieuw iets strenger. Nieuwe of volledig herbouwde woningen, kantoren en scholen mogen vanaf 1 januari 2014 maximaal een E60 behalen, in plaats van een E70. De eis geldt ook voor grotere uitbreidingen en herbouwen wanneer het beschermd volume van de uitbreiding de 800 m3 overstijgt of bij een uitbreiding met minstens één wooneenheid.


U-max en R-min

Met het oog op een evenwichtig geïsoleerde gebouwschil worden ook eisen gesteld aan de thermische isolatie van alle nieuwe of verbouwde scheidingsconstructies afzonderlijk. In navolging van de verlaging van het maximale E-peil worden de isolatie-eisen voor de verschillende constructiedelen, zoals buitenmuren, daken, vensters, vloeren … vanaf 2014 aangescherpt.


Voor de spouwmuur kan dit leiden tot onderstaande isolatiediktes.

Bron: VEA

Bron: VEALet op: de voorbeelden zijn niet bindend, andere diktes zijn ook mogelijk, afhankelijk v

Verplicht aandeel hernieuwbare energie

 

Voor stedenbouwkundige vergunningsaanvragen of meldingen vanaf 1 januari 2014 moet elke nieuwe woning, kantoor en school in Vlaanderen een minimum hoeveelheid energie halen uit hernieuwbare bronnen.
De verplichting is uitsluitend van toepassing op alle werkzaamheden waarvoor het E-peil als eis geldt.
Voor scholen en kantoren van publieke organisaties was er al dergelijke verplichting en wel voor die werkzaamheden waarvoor de melding vergunningsaanvraag werd ingediend vanaf 1 januari 2013.

De wijze waarop het minimum aandeel met hernieuwbare energie moet worden gerealiseerd hangt af van de bestemming van het gebouw.

Voor eengezinswoningen voldoet men aan de eisen van het besluit door (tot nader order) minstens één maatregel uit te voeren uit een lijst van 6 mogelijke opties (zonneboiler, PV, biomassa, warmtepomp, stadsverwarming ofparticipatie in een collectief project ).

Voor kantoren en scholen voldoet men aan de eisen van het besluit door minstens 10kWh hernieuwbare energie te produceren per m² bruikbare vloeroppervlakte van het gebouw. Woongebouwen die bestaan uit meer dan één wooneenheid hebben keuze uit bovenste 2 eisenpakketten (ofwel één van de zes mogelijkheden voor ééngezinswoningen, ofwel een mix van maatregelen te kiezen uit de korf van mogelijkheden voor de kantoren / scholen)


Voor die situaties waarbij het realiseren van een project met een minimum aandeel aan hernieuwbare energie moeilijk haalbaar wordt kan de bouwheer ook kiezen voor een verlaagd E-peil.
Wanneer deze eisen op het minimum aandeel niet gehaald worden, wordt de E-peil-eis automatisch 10% strenger. De sanctionering is op die manier geïntegreerd in de boeteberekening voor het E-peil.


Mocht uw klant om welke reden dan ook besluiten om niet te werken met hernieuwbare energie dan wil dit zeggen dat u zult moeten ontwerpen richting E54 ipv E60.

 

Bron: VEA

Lees meer over hernieuwbare energie

 

Nieuwe indeling van gebouwen


De EPB-eisen zijn afhankelijk van de aard der werken en de bestemming. Voor projecten met een aanvraagdatum of meldingsdatum voor 01/01/2014 zijn er 11 soorten werkzaamheden. Vanaf 01/01/2014 is er een nieuwe indeling van de aarde der werken. Er zullen slechts 3 soorten werkzaamheden zijn: nieuwbouw, renovatie en functiewijziging. Onderstaande tabel geeft meer duidelijkheid over de invulling van de 3 soorten.
Het inperken van de aard der werken is een administratieve vereenvoudiging. Zo zal het in de toekomst niet meer nodig zijn om een verbouwing met kleine uitbreiding te gaan opsplitsen in twee deelprojecten.

Bron: VEA

Een overzicht van alle EPB-eisen in 2014

De in het geel gemarkeerde zones hebben betrekking op de wijzigingen in 2014.

Nieuwe EPB –software 3 gewesten (3G)


Op 1 januari 2014 schakelt het VEA over op een nieuwe EPB-software. Het Vlaamse Gewest stapt mee in het softwarepakket van het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze gezamenlijke EPB-software van de drie gewesten (versie 5.0) is gebruiksvriendelijker en bevat meer mogelijkheden dan de huidige EPB-software Vlaanderen.
Momenteel is versie 4.3.0 beschikbaar om verslaggevers en architecten vertrouwd te maken met het nieuwe softwarepakket. Deze versie heeft een didactisch karakter maar is qua rekenfunctionaliteit wel volledig operationeel. Met de didactische versie kunt u echter geen startverklaringen of EPB-aangiften opladen op de Energieprestatiedatabank. Maar de files uit de versie 4.3.0 zullen wel kunnen geconverteerd worden naar 5.0, zodat die dan wel kunnen gebruikt worden om startverklaringen en aangiftes in te dienen.

 

Op 1 januari 2014 zal een officiële publieke versie beschikbaar zijn van de nieuwe EPB-software: versie 5.
Het is verplicht om die versie te gebruiken voor het rapporteren van projecten met een aanvraagdatum van de bouwvergunning of een meldingsdatum vanaf 1 januari 2014. Voor projecten met een aanvraagdatum of een meldingsdatum vanaf 1 januari 2012 en vóór 1 januari 2014, kunt u EPB-aangiften en startverklaringen indienen met de oude én met de nieuwe EPB-software. Voor projecten met een aanvraagdatum of een meldingsdatum vóór 1 januari 2012, moet u startverklaringen en aangiften aanmaken met de oude EPB-software.

 

Aanpassingen in de rekenmethode EPW/EPU


Het energiedecreet bepaalt dat de Vlaamse regering om de twee jaar de berekeningsmethode en de EPB-eisen van de regelgeving evalueert en bijstuurt. In juni 2013 werd de evaluatienota afgerond. In het kader van deze evaluatie werden ook verschillende studies uitgevoerd, zoals de studie epicool, de studie naar de energieprestatie-eisen aan technische installaties,…


De evaluatie, de studies en het overleggen met de betrokken partijen waarbij ook NAV betrokken was, leidde tot verschillende voorstellen voor een aantal aanpassingen van de rekenmethodiek vanaf 2014. Daarnaast had het overleg als doel om ook de strengere eisen en het pad richting 2020 te toetsen aan de belanghebbenden in de bouwpraktijk. Alle wijzigingen werden opgenomen in een ontwerp van een wijzigingsdecreet en in het ontwerpen voor wijzigingsbesluit.


De Vlaamse regering keurde op 19 juli 2013 principieel dit wijzigingsbesluit goed.

 

Hieronder besprekingen we kort enkele aanpassingen binnen de EPW rekenmethodiek die van toepassing zijn voor dossiers met vergunningsaanvraagdatum of meldingsdatum vanaf 1 januari 2014:

 

  • Zowel voor warmtewinsten als voor de interne zonnewinsten werden benaderingen gezocht die beter aansluiten aan reële situaties. Dit voordeel zal voelbaar zijn voor het bij kleine woningen, appartementen en studio’s waar de oververhitting een probleem kon vormen bij de evalulatie van de eisen.
    Het schema hieronder toont aan op welke parameters zal worden ingegrepen na 2014.

 

 

Schema: VEA

  • Het ventilatiedebiet door manueel openen van opengaande delen zal kunnen meegenomen worden in de epb-berekening. Deze aanpassing heeft in bepaalde gevallen immers een gunstige invloed op het reëel oververhittingsrisico.
  • De voorkoeling van de hygiënische ventilatie is mogelijk. De gekende mogelijkheden om te werken met een aarde-warmtewisselaar (op glycol), of met een verdampingskoeling zullen vanaf januari kunnen doorgerekend worden met de epb-software.

Verdampingskoeling - afbeelding: Wikipedia

  • De drempelwaarden voor de oververhittingsindicator werden aangepast (zowel boven als onder). De bovenwaarde (=eis) van 17500Kh werd verlaagd naar 6500Kh. De onderwaarde van 8000Kh werd verlaagd naar 1000Kh. Het betreft hier geen expliciete verstrenging, maar een aanpassing om beter aan te sluiten bij de gewijzigde rekenmethodiek.
     

Het wijzigingsbesluit werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 8 oktober 2013. De nieuwe berekeningsmethodes voor EPW (bijlage V) kunt u op de website van VEA terug vinden.

link naar Bijlage V: http://www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/epb/doc/Bijlage520130719.pdf (zie onderaan het artikel: Bijlage 1)

 

Hieronder besprekingen we kort enkele aanpassingen binnen de EPU rekenmethodiek die van toepassing zijn voor dossiers met vergunningsaanvraagdatum of meldingsdatum vanaf 1 januari 2014:

 

  • de wijzigingen die van toepassing zijn voor de warmtewinsten en de nachtkoeling bij de EPW rekenmethodiek zijn ook van toepassing bij de EPU methode.
  • Het systeemrendement voor verwarming en koeling werd aangepast. Er wordt een aanvulling voor koelmiddel als transportmedium geïmplementeerd. De koudeleverancier kan in free-chilling mode werken.

Schema: VEA

Het wijzigingsbesluit werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 8 oktober 2013. De nieuwe berekeningsmethodes EPU (bijlage VI) kunt op de website van VEA terugvinden.
link naar Bijlage VI: http://www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/epb/doc/Bijlage620130719.pdf (zie onderaan het artikel:Bijlage 2)

 

 

BESLUIT


Met de wijzigingen aan de rekenmethodiek belooft het VEA tegemoet te komen aan een aantal gekende knelpunten binnen de huidige rekenprocedure. Het NAV is verheugd dat gehoor gegeven werd aan de bezorgdheden van de sector en kan een rekenmethode die dichter aansluit bij de werkelijkheid alleen maar toejuichen.
We blijven echter kritisch en kijken uit naar de eerste doorgerekende projecten. De praktijk zal het leren ...The proof of the pudding is in the eating.

 

Documenten
Bijlage 1

08/10/2013 - PDF

Bijlage 2

08/10/2013 - PDF