energiebewustontwerpen

Wie wil er nog renoveren? “Er is iets raars aan de hand”

Livios • 15 februari 2018

We leenden nog nooit zo veel voor een huis als vorig jaar. Maar tegelijkertijd hebben we steeds minder zin om te renoveren. Wat is er aan de hand?

De bouw draait op volle toeren. Voor het eerst sinds 2011 is de tewerkstelling gestegen. Er kwamen 1.900 bouwvakkers bij. Ook de activiteit nam toe met ruim 2%. Voor dit jaar verwacht de Confederatie Bouw een groei van 3%. Volgens gedelegeerd bestuurder Robert de Mûelenaere staan alle lichten op groen om te (ver)bouwen: de hypothecaire rente blijft laag, de tienjarige aansprakelijkheid van de aannemer wordt vanaf 1 juli uitgebreid (waardoor je als bouwheer beter beschermd bent) en door de economische groei stijgt de koopkracht.

 

Renovatieleningen en verbouwvergunningen in vrije val

Ook uit de bank- en vastgoedsector bereiken ons hoeraberichten: de notarissen noteerden vorig jaar een recordaantal van 329.000 vastgoedtransacties. Om die te financieren werden 243.000 woonleningen afgesloten, goed voor ruim 31 miljard euro. Opnieuw een record.

Uit cijfers van bankenfederatie Febelfin leren we dat vooral het aantal leningen voor de aankoop van een woning en voor nieuwbouw in de lift zit, de renovatiekredieten daalden vorig jaar met 20%, of met 14.000 dossiers tot 54.000. De cijfers van marktleider BNP Paribas Fortis bevestigen die trend. Minder dan een kwart (23%) van alle woonkredieten bij de bank zijn renovatieleningen, twee jaar geleden was dat nog een op de drie.

Kijken we naar de bouwvergunningen voor renovaties, dan zien we eenzelfde tendens. Volgens Statbel werden er tijdens de eerste tien maanden van 2017 20.374 vergunningen verstrekt voor het renoveren van woningen, 12,7% minder dan in dezelfde periode een jaar voordien.

 

Recordaanbod aan appartementen

Zijn we het renoveren beu? Een nuance is op zijn plaats. Veel heeft te maken met de ‘verappartementisering’ van de woonmarkt. Tussen november 2016 en oktober 2017 werden in ons land 29.258 nieuwe appartementen vergund, tegenover 18.104 huizen. Het recordaanbod aan instapklare nieuwbouw zorgt voor scherpe prijzen en bijgevolg grote concurrentie met bestaande appartementen. Veel kandidaat-kopers verkiezen een nieuw appartement omdat ze opzien tegen de strenge renovatie- en energienormen.

 

“Er is iets raars aan de hand”

De shift naar appartementen verklaart iets, maar niet alles. “Er is iets raars aan de hand”, zegt Anja Larik, economisch adviseur bij Bouwunie. “Hoewel uit onze bouwbarometer blijkt dat aannemers genoeg werk hebben, is het aantal ingrijpende energetische renovaties van woningen op de terugweg.”

Als verklaring kijkt Larik naar de hoge vastgoedprijzen. “Soms betalen mensen echt te veel voor een huis en blijft er weinig over om te renoveren. Wij verwachten daarom veel van de woningpas (elke woning in Vlaanderen krijgt vanaf dit jaar een digitale map met daarin alle bouwvergunningen, energiecertificaten en andere documenten, red.). Kopers hechten bij de aankoop van een huis te weinig belang aan het energieprestatiecertificaat (EPC), maar dat zal veranderen als de woningpas er komt.”

 

“We moeten ingrijpen”

Tine Tanghe werkte voor het Vlaams Energieagentschap (VEA) aan een opvolgingsindicator om de renovatiegraad in kaart te brengen. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar het aantal vergunningen en hypothecaire kredieten, maar ook naar andere factoren, zoals de verkoop van cv-ketels en het aantal aangevraagde isolatiepremies. “Sinds 2016 zien we duidelijk een kentering, het is tijd om in te grijpen. In 2017 is het aantal premie-aanvragen zelfs verder gedaald.”

 

En de totaalrenovatiebonus dan?

Wat er precies moet gebeuren, laat Tanghe in het midden. Moet de overheid opnieuw sleutelen aan de premies? “Dat is moeilijk in te schatten, premies zijn niet zaligmakend.” Dat de nieuwe totaalrenovatiebonus vorig jaar slechts 498 uitbetaald werd, is volgens Tine Tanghe nog geen reden tot paniek. “Een verbouwing neemt heel wat tijd in beslag. Dat zagen we ook bij de invoer van de combipremie in 2014. Het succes daarvan werd pas in 2016 echt duidelijk.”

 

“Aankoop van woning is fundamentele keuze”

Marc Dillen, directeur van de Vlaamse Confederatie Bouw, wijst op een onderliggende oorzaak. “Door het gebrek aan betaalbare nieuwbouw, wijken gezinnen die een ruimere woning wensen uit naar de markt van de bestaande woningen. Ze leggen veel geld op tafel voor de aankoop, waardoor er niets meer overblijft om te renoveren. Ze denken dat ze er met 20.000 euro wel zullen komen, terwijl de kosten in werkelijkheid 70.000 euro bedragen. Dat is het structurele probleem.”

Dillen roept kopers op om zeer goed na te denken. “De aankoop van een woning is een fundamentele keuze. Als alle gezinnen die nu een huis kopen op voorhand zouden uitrekenen wat de renovatie zou kosten, zouden we tegen 2050 90% van ons woningenpark kunnen renoveren. Eigenlijk moet je bij de aankoop al nadenken over hoe je over pakweg 10 of 20 jaar zal wonen. Een ding is zeker: de verbouweisen zullen altijd evolueren in de richting van meer energie-efficiëntie.”

Dillen pleit ook voor een ander financieringssysteem dat de aankoop en renovatie van woningen aanmoedigt. “Verder denk ik dat de woningpas een belangrijk instrument zal worden om kopers te informeren. Nu vormt het EPC al een eerste indicatie. Wie een huis wil kopen met een EPC van 400, denkt beter twee keer na.”

 

Beterschap in zicht?

De hoge huizenprijzen lijken dus de belangrijkste oorzaak van de ‘renovatiemoeheid’. Maar er is beterschap in zicht. De bouwsector verwacht een extra stimulans van de hervorming van de registratierechten (in Brussel en Wallonië sinds begin dit jaar, in Vlaanderen vanaf de zomer). Die kan gezinnen extra ademruimte geven om hun pas aangekochte woning te renoveren. De buffer kan volgens de Confederatie Bouw oplopen tot 14.000 euro in Brussel en 10.000 euro in Vlaanderen. “Wij raden mensen dan wel aan om de vrijgekomen middelen niet te investeren in een mooiere of grotere woning, maar in energiezuinige renovatiewerken”, zegt Jean-Pierre Liebaert, hoofd van de studiedienst van de sectorfederatie.

Er is in elk geval werk aan de winkel: de BENOvatiedoelstellingen leggen de renovatiestandaard van de toekomst op een E-peil van 60, wat overeenkomt met de nieuwbouwbouwstandaard sinds 2014. Van alle gebouwen daterend van vóór 2014, voldoet slechts een fractie hieraan. "Om alle 2,24 miljoen woongebouwen die Statbel in Vlaanderen telt tegen 2050 tot dat peil te renoveren, moeten er de komende 32 jaar 70.000 gebouwen per jaar tot E60 gerenoveerd worden", klinkt het bij Pixii, het kennisplatform rond energieneutraal bouwen.