In de Uyttenhovestraat in Gent maakte Tim Peeters Architecten van een bestaande bescheiden woning een heel open en comfortabele eengezinswoning. Nochtans bleef een flink stuk van de originele woning bewaard. Met veel oog voor detail maakte Tim Peeters en zijn team een mooie evenwichtsoefening tussen oud en nieuw. Maar hoe integreer je in zo’n delicaat project een ventilatiesysteem, dat noodzakelijk is voor een gezonde woning? En de andere technieken? Tim Peeters over de principes die hij hierbij hanteerde én de concrete toepassing ervan…

Ga voor een doordacht concept

Tim Peeters: “Al van bij de eerste schetsen van de woning gingen we voor dit helder organigram: alle grote ruimtes kwamen aan de ene kant van de woning, tegen de gemene muur, alle kleinere of dienende ruimtes aan de andere kant, achter de zijgevel waarin de hoofdingang zit. Op die manier zitten alle ruimtes al dicht bij elkaar die veel technieken nodig hebben én waar je technieken gemakkelijk in kwijt kan. De nieuw af te werken vloerplaat van de dakverdieping voorzag de ruimte om alle leidingen horizontaal tot aan de kokers en de ventielen te brengen.”

 

Kies het ventilatiesysteem

“We kiezen meestal voor mechanische, centrale ventilatiesystemen. In de meeste projecten kiezen we omwille van energiezuinigheid, thermisch en akoestisch comfort voor systeem D. We werken vaak in een stedelijke omgeving, dus is geluidsoverlast via raamroosters vaak een doorslaggevend argument. Kiezen we toch voor een systeem A of C, dan liefst voor een centraal, vraaggestuurd systeem. In dit project was een volledig mechanisch systeem wel haalbaar. Cruciaal daarbij is dat je er al heel snel in het ontwerpproces rekening mee houdt. Door de omvang van een ventilatiekanalennet is het ontwerp van de tracés en de technische ruimte best al een deel van de voorontwerpfase.”

 

Nieuw is makkelijk

“We wilden zuinig omspringen met de bestaande structuur in metselwerk en beton, en een beperkt aantal nieuwe zaken toevoegen. Zo bleven de structurele muren en verdiepingsvloeren in essentie bewaard. Veel openingen in de muren hebben we vergroot of toegevoegd, zodat de metselwerkstructuur nu herleid is tot een reeks identieke portieken, een structureel minimum. Een stuk vloer van de eerste verdieping ging eruit om plaats te maken voor de dubbelhoge woonruimte. Op het gelijkvloers hebben we de tegelvloer op zavel uitgegraven. Tussen de muren is een vloerplaat gemaakt met 17 cm gewapende Betopor: een combinatie van chape met EPS, die tegelijk zorgt voor een verstijfde draagvloer en isolatie. Door de vlakke afwerking van de isolerende chape kan je nadien gemakkelijk verder met isolatieplaten en vloerverwarming.

 

De dakverdieping was wel helemaal nieuw. Het dakvolume sluit aan op de aangrenzende woning met een gewoon zadeldak, maar splitst op in twee zadeldaken aan de zijgevel. Dat bood enkele mogelijkheden: we kregen er een ruime bruikbare verdieping bij zonder de voetafdruk van de oude kernwoning te vergroten, en we hadden met het nieuwe dak voldoende ruimte en vrijheid voor de technieken. De technische ruimte en de meeste kanalen en leidingen zitten dan ook onder het dak en in de vloeropbouw van de tweede verdieping.”

 

De ventilatie-unit kreeg een plaats op een lichte houten mezzanine op zolder, net als de condensatieketel. De toevoer en afvoer van lucht zitten in twee verschillende dakvlakken ongeveer mee met de overheersende zuidwestenwind. Zo is het risico op recirculatie van vervuilde lucht ook beperkt, ondanks de korte tussenafstand.

 

Aan de achterzijde werd het plan van de woning vervolledigd tot een rechthoek, met een kleine uitbreiding achter de leefruimte. Op het gelijkvloers kregen de bewoners er zo een kleine, licht afgeschermde ruimte bij – ideaal voor wat je graag dichtbij hebt, maar toch liever wat afgeschermd ziet: een deurmat, schoenen, eetbakjes voor de poes… Maar het creëerde ook een bijkomend stukje scheidingsmuur, waartegen een verborgen technische koker kwam. Die geeft plaats aan alle sanitaire aan- en afvoerleidingen, en de leidingen van en naar de condensatieketel. Door deze ingreep kon de volledige, twee verdiepingen hoge gemene muur bloot blijven (zie foto). Daar maakte Tim Peeters handig gebruik van door de aftekening van de vroegere ruimtes zichtbaar te laten als een reeks ingekaderde kleurvlakken.

 

De opmerkelijke dakconstructie, die op de tweede verdieping een wand vormt van de badkamer, maakte dat de technieken ook daar gemakkelijk een weg naar beneden vonden.

 

Kokers en kastenwanden

Naast de koker in de kleine uitbreiding van de leefruimte, voorzag de architect ook twee kokers tegen de zijgevel. Daarbij maakte hij handig gebruik van het reliëf van de zijgevel.

Van de bestaande spouwmuren werd het buitenspouwblad van de 3 gevels afgebroken, om plaats te maken voor een ETICS van 20 cm dik. Het front in de zijgevel bleef echter volledig bewaard en werd geïsoleerd in de spouw van 9 cm dik. De puntgevel duidt net als vroeger de inkompartij aan, brengt de grote muur- én raamvlakken van de nieuwe gevels op schaal maar kreeg ook een technische functie. In de twee overgangen van het front naar de nieuw afgewerkte gevel zitten twee kokers met ventilatiekanalen verborgen (zie plan). Op die manier vinden alle nodige ventilatiekanalen hun weg via de eerste verdieping naar het gelijkvloers. Doordat de keuken en het toilet aan die gevel grenzen, zitten de ventielen zo dicht als maar kan bij de plaats van de kokers.

 

Op de tweede verdieping en de zolder werkte de architect dan weer met voorzetwanden en kasten. Om te beginnen kwamen er tegen de gemene muur telkens voorzetwanden. Die zijn opgebouwd uit een houtskelet, waartussen isolatie zit, en afgewerkt met OSB-beplating. Door de stijlen iets groter te dimensioneren, zorgde BAST architects & engineers ervoor dat ze ineens ook bijkomende ondersteuning konden bieden voor de gordingen van het nieuwe dak. Op zolder kwamen hiertegen de ventilatie-unit, ketel en boiler, op de tweede verdieping konden alle leidingen en kanalen verder verdeeld worden. Voor deze bundel kanalen en leidingen komen nu kasten, en kreeg ook de wasmachine zijn plaats.

 

Kort en krachtig

“We kozen voor flexibele kanalen, met een diameter van 90 mm. We voorzagen liever wat ruimere kanalen, dan veel kleine kanaaltjes van 50 of 75 mm. De trajecten zijn ook zo kort mogelijk, met een minimum aan bochten. Daardoor blijft de weerstand beperkt. Die kanalen konden we in een isolerende uitvullingslaag van zo’n 12 cm wegwerken op de bestaande betonnen vloeren, waarop dan chape kwam met vloerverwarming.”

De woning vóór (inzet) en ná de verbouwing. Het oude front bleef bewaard. Het duidt niet alleen de inkom aan en brengt de zijgevel op kleinere schaal, ook de ventilatiekanalen en andere leidingen kregen er een plaats in. (Bron alle beelden: Tim Peeters Architecten)

Het nieuwe dakvolume bood enkele mogelijkheden: er kwam een ruime bruikbare verdieping bij zonder de voetafdruk van de oude kernwoning te vergroten, en er kwam voldoende ruimte en vrijheid voor de nieuwe technieken.

Op de tweede verdieping en de zolder kwamen er tegen de gemene muur telkens voorzetwanden. Die zijn opgebouwd uit een houtskelet, waartussen isolatie zit, en afgewerkt met OSB-beplating. Door de stijlen iets groter te dimensioneren, zorgde BAST architects & engineers ervoor dat ze ineens ook bijkomende ondersteuning konden bieden voor de gordingen van het nieuwe dak. Op zolder (foto links) kwamen hiertegen de ventilatie-unit, ketel en boiler, op de tweede verdieping (foto rechts) konden alle leidingen en kanalen verder verdeeld worden.